Maart 2010, een stapje in de wereld…

Administrativa 

      Vanwege de reis: geen punten, wel enkele rechtzettingen in het vorige verslag stonden enkele fouten in de lijst van deelnemers die actief deelnemen in het netwerk “Sterrenkijken buiten de reguliere kijkavonden”. We noteerden het correcte GSM-nummer van Paul Rackels, zijnde  0498221171. Dirk Schuurmans woont op volgend adres:  Haag 27 te Achel en niet in de Kluizerdijk zoals eerder gepubliceerd.

 

Nationale sterrenkijkdagen 2010.

 Ondanks slecht weer toch groot succes op de nationale sterrenkijkdagen te Achel.

 Op 19 en 20 maart 2010 werden opnieuw de jaarlijkse “nationale sterren­kijk­dagen” georganiseerd. Zoals ieder jaar deed de Achelse sterrenkundige vereniging “Noorderkroon” ook mee en nodigde de bevolking uit om op de sterrenwacht eens een kijkje te komen nemen door de telescoop…

 Vrijdagavond 19h00 was in de sterrenwacht op het domein  “De Bever” alles gereed voor het extra bezoek en omwille van het onvoorspelbare Belgische weer was een eventueel vervangpro­gramma voorbereid. Dit laatste bleek al gauw geen overbodige moeite te zijn geweest, want al was er enkele dagen vooraf een mooie sterrenhemel te bewonderen, op vrijdag 19 maart was de medewerking van de weergo­den spoorloos. Het was zodanig bewolkt dat geen ster, maan of planeet door het dichte wolkendek heen geraakte. De koepel van de sterrenwacht bleef dan ook dicht, de kijker onaangeroerd en noodgedwongen werd een projectiescherm opgesteld.

Jammer voor de grote opkomst van ouders met kinderen uit de basisschool van Achel en hun leerkrachten die het recent behandelde thema over de zon met haar planeten graag hadden afgesloten met een echte waarneming door een professionele telescoop op de sterrenwacht.

Om te voorkomen dat de talrijke bezoekers niet helemaal node­loos waren komen opdagen, werd het vervangprogramma opgestart en kon men de sterrenhemel, zoals hij zonder bewolking op die avond zichtbaar zou zijn geweest, op het scherm bewonderen. Ook de projectie van enkele mooie “deep-sky” objecten wekte indruk en kende veel belangstelling. Met die voorstelling konden we toch enigszins wat invulling geven aan het bezoek van de circa 100 belangstellenden die we – gespreid over de avond – mochten ontvangen.

Er kwamen talrijke vragen van zeer uiteenlopende aard; gaande van de werking van een telescoop tot supernova’s en zwarte gaten. Dit allemaal terwijl de wolken hardnekkig stand hielden en de koepel van de sterrenwacht hopeloos dicht bleef.

Na het bezoek werd iedereen uitgenodigd voor een eventuele tweede poging op zaterdag en kreeg elke geïnteresseerde een eenvoudig zoekblaadje mee om thuis, bij een open hemel, zelf op zoek te gaan en een beetje wegwijs te geraken aan de sterrenhemel.Het weer op zaterdag leek voldoende kans te bieden voor een nieuwe poging. Het was afwisselend bewolkt met opklaringen. Behalve de talrijke wolken waren er regelmatig grote heldere gebieden aan de hemel, waardoor fonkelende sterren en de wassende maansikkel opnieuw een 50-tal bezoekers naar de sterrenwacht lokten.

Om 20h00 werd de telescoop opgesteld, schoof de koepel open en draaide de kijker naar de mooie maansikkel. Ten gevolge van het veranderlijke weer moest er wel met regelmatige onderbrekingen worden gekeken, want telkens opnieuw werd de maan tijdelijk door wolken verduisterd. Bezoekers moesten dan geduldig die overtocht afwachten, maar uiteindelijk kwam toch iedereen aan de beurt om het indrukwekkende oppervlak van de maan, met zijn ontelbare inslagkraters, van op een afstand van bijna 400.000 km door de telescoop te bewonderen. Uit de onderlinge reactie van bezoekers bleek dat het zeker de moeite loonde om hierop te wachten. Vooraleer iedereen de maan in al zijn glorie had kunnen aanschouwen was Mars al tot hoog in het zuiden tussen en achter de wolken door geschoven. De kijker werd op de planeet gericht nadat hij met een zenitprisma was uitgerust (om verticaal te kunnen waarnemen). Eveneens met regelmatige onderbrekingen werd Mars tussen het wolkendek geobserveerd en ook nu moest weer geduldig worden gewacht om onze rode zusterplaneet in het vizier te krijgen en te kunnen onderscheiden van andere sterren.

Het mooie okerkleurige schijfje verschool zich regelmatig achter de onbestendige wolkenmassa’s tot even voor 23h00 de lucht definitief dicht trok. Zelfs enkele korte bliksemflitsen aan de westelijke horizon kondigden aan dat het tijd werd om de koepel en de tweede kijkdag af te sluiten. Ondanks het weer mogen we de nationale sterrenkijkdagen te Achel als geslaagd beschouwen. Ruim 150 mensen brachten een bezoek aan de sterrenwacht waarvan een grote groep op zaterdag gelegenheid had de maan en Mars te bewonderen.

Jan Hermans

 Verslag van de jaarlijkse uitstap Noorderkroon.

Je krijgt wat je verdient….dus, niet abnormaal dat we(zoals bijna altijd) onder een stralende zon vertrokken op onze zoveelste uitstap, op zoek naar meer kennis. Jan had de afgelopen tijd serieuze inspanningen geleverd, teneinde ons weer te verblijden met enkele boeiende thema’s. Voor de uitstap 2010 werd dat een bezoek aan Tongeren, het Gallo-Romeins museum en als afsluiter een bezoek aan het nagelnieuwe Cosmodroom in het Europlanetarium te Genk.

Om  08.45u, na een kwartiertje tevergeefs wachten op een achterblijver, vertrok de bus met 37 deelnemers richting Tongeren. Na een voorspoedige reis doorheen het achterland pikten we aan de gevangenis van Tongeren onze eerste gids op, voor een geleide rondrit in en rond Tongeren. Geografisch gezien had Tongeren een streepje voor; een kruispunt van belangrijke heirbanen, gelegen op een heuvel en aan de voet stroomde de bevaarbare rivier de Jeker, een zijrivier van de Maas. Drie troeven om uit te bouwen. De locatie op een heuvel maakte het voor de Romeinen interessant vanwege het strategische voordeel. Met z’n 28000 inwoners is Tongeren nu een kleine provinciestad,dat was toentertijd anders: Tongeren was ten tijde van de Romeinen een wereldstad, historisch gezien was Tongeren de eerste stad van België  Aan het “arresthuis”, het tegenwoordige jeugdgevangenis lag het startpunt van onze rondrit. Langs het “slachthuis, het Tongerse begijnhof, de brouwerij, het lakengebouw, restanten van poorten in de Middeleeuwse muur, de Moerenpoort, de Leopoldwal, De Maastrichterpoort, de Romeinse muur (het verschil tussen een Romeinse en een Middeleeuwse muur is dat de Romeinse muren geen schietgaten en geen steunberen hebben. Middeleeuwse muren wel!

Aan de rand van de oude stadskern zijn nog imposante overblijfselen bewaard van de 4544 meter lange stadsmuur uit de 2de eeuw. Deze was eertijds ca. 6 m hoog en op regelmatige afstanden versterkt met ronde torens. Aan de buitenzijde werd de muur beschermd door enkele diepe verdedigingsgrachten. Op de plaats van de toegangswegen tot de stad bevonden zich monumentale poorten. Vanaf de Middeleeuwen werd de Romeinse stadsmuur grotendeels afgebroken voor de herbruikbare bouwmaterialen, vandaar dat er nu van deze eens zo indrukwekkende muur nog hoofdzakelijk de muurkern, bestaande uit twee ruwe blokken silex, overblijft. Langs deze muur werd een wandelweg aangelegd, gaande van de Bilzer- tot aan de Luikersteenweg. Dorpjes rond Tongeren zoals “Mulken” en “Lauw” waren ook een onderdeel van onze trip. Droog Haspengouw, open landerijen met z’n 105 kastelen (bijna allemaal bewoond)  en talrijke vierkanthoeven met heel vruchtbare gronden, we zitten niet op zand-, maar op leemgronden. Voor het welzijn en de gezondheidszorg had men de geneeskrachtige Pliniusbro
nnen. Een Tempelierstoren uit de12e eeuw staat nog statig tussen de vruchtbare velden. De Beukenberg, bekend omwille van het Romeinse aquaduct. We  kregen van de gids een uitvoerige uitleg over de werking van de Romeinse waterhuishouding in Tongeren. Ietsje verder een houten triomfboog die de vergankelijkheid van een Romeinse overwinning  aantoonde. Romeinse begraafplaatsen lagen altijd buiten de stadsmuren. Er zijn verschillende begraafplaatsen, buiten de twaalf gekende tumuli, enorme graafheuvels. Rijke landheren, die hun inkomsten uit de landbouw haalden wilden na hun dood begraven worden onder hun vruchtbare gronden, dewelke hun rijkdom verschaften. Een tumulus is een familiegraf en  bied onderdak aan de urnen met de assen van de gecremeerden  en hun grafgiften. Niet te vergeten enkele munten voor Charon, de veerman die de overledene over de Stykx bracht.

 Na de val van het Romeinse rijk kende Tongeren  haar afgang toen de bisschopszetel  naar Maastricht verhuisde. Tongeren werd een spookstad om pas later in de 14e eeuw terug op te bloeien als een handelsstad. Hedendaagse specialiteiten, waaronder “Tongers lof”, beter gekend als waterkers kan je aantreffen aan de oevers en in de overstromingsgebieden van de Jeker. Maretakken, nog iets streekeigen,  is overvloedig te vinden in de populieren die aangeplant werden om de kalkrijke bodem te draineren (180 liter water per dag, per boom). Holle wegen,  relieken van de vroegere karrensporen, geven het landelijke gebied een rustiek karakter, ze doorkruisen het glooiende landschap, met hier en daar enkele  koepelbossen die voor beschutting voor het vee zorgen.

Na onze rondrit was het tijd voor de lunch in de Bazilik, een brasserie  aan de voet van de Basiliek. We genoten van een broodmaal en babbelden intussen even bij over de zaken die we deze voormiddag al te verteren kregen. Na de verpozing was er een uurtje vrij te beschikken in het centrum. Even een wandeling maken voordat de twee gidsen voor het bezoek aan de basiliek en het Gallo-Romeins museum ons oppikten. Men heeft maar liefst 300 jaar gebouwd aan de Gotische basiliek. In het interieur zitten een aantal noemenswaardige religieuze kunstschatten verborgen. De bekendste kustschat is het uit notenhout gesneden beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Tongeren – Oorzaak Onzer Blijdschap, dat dateert van omstreeks 1479. Sinds 1890 wordt dit Mariabeeld meegedragen in een processie die om de 7 jaren uitgaat ter gelegenheid van de Kroningsfeesten.  Het indrukwekkende orgel is van de hand van orgelbouwer Jean-Baptiste Le Picard. Het telt 53 registers en circa 4.000 orgelpijpen. Om dit bijzonder waardevol orgel optimaal te bewaren is de Basiliek voorzien van een vloerverwarming.  Aan de oostzijde wordt het koor van de Basiliek omsloten door een oude, Romaanse kloostergang uit de 12de eeuw. In de muren van deze kloostergang zijn tal van grafstenen ingemetseld. Deze werden uit de kerkvloer verwijderd bij een grote restauratiecampagne in de 19de eeuw.  Onder de vloer van de Basiliek zijn merkwaardige stenen restanten gevonden van het oudste gebedshuis in het Romeinse Belgica, waarschijnlijk ook de Romeinse kathedraal van Bisschop St Servasius, Episcopus Tungrorum (ca 350). Na de rondleiding van een half uurtje in de basiliek was het tijd om het Gallo-Romeins museum te betreden.

 Op de plaats waar ooit een luxueuze Romeinse villa stond, bevindt zich nu het Gallo-Romeins museum. “Hoe leefden de eerste bewoners in onze streken?”, “Hoe waren de Romeinen en de Galliërs gekleed?”, “Hoe werden de Franken begraven?”, … Op deze en vele andere intrigerende vragen biedt het Gallo-Romeins museum een antwoord en dit in een specifiek architectonisch kader waarin heden en verleden hecht met elkaar verbonden zijn. De vele archeologische objecten die in het museum tentoongesteld worden, geven je een overzicht van de prehistorie tot en met de Merovingische periode in onze gebieden. Keizer Augustus verdeelde de provincie Gallia Belgica in districten, waarbij Atuatuca Tungrorum de hoofdstad van het Civitas Tungrorum werd. Dit gebied lag in het vroegere gebied van de Eburonen. Nadat de Eburonen waren verdreven woonden hier de Tungri; mogelijk waren dit nazaten van de Eburonen, maar het kan ook een Germaanse stam geweest zijn. Kort voor het begin van onze jaartelling werd in Atuatuca Tungrorum een Romeins legerkamp gebouwd. De plaats was strategisch goed gelegen aan de belangrijke Romeinse heerweg van Keulen (Colonia Claudia Ara Agrippinensium) naar Boulogne-sur-Mer (Gesoriacum). Er kwamen al snel burgers wonen in de nabijheid van het Tongerse kamp, vooral handelaars en ambachtslui. Ze vestigden zich ten zuidwesten van de legerplaats en waar ze een burgernederzetting stichtten (canabae). De burgernederzetting ontwikkelde zich volgens een regelmatig stratennet (het schaakbordpatroon) met een losse bebouwing van houten huizen. Mede dankzij de vruchtbaarheid van Haspengouw en de strategische ligging groeide Atuatuca Tungrorum uit tot een bloeiende Gallo-Romeinse nederzetting. Weldra werd er een administratief centrum en garnizoensplaats gevestigd. Atuatuca Tungrorum was verantwoordelijk voor de bevoorrading van legerkampen aan de Rijn als Xanten (Castra Vetera) en Nijmegen (Noviomagus).

De stad werd zwaar beschadigd door plunderingen en een grote brand tijdens de Bataafse opstand in 70. De stad werd weer opgebouwd met verharde straten, openbare gebouwen en een aquaduct dat naar de stad voerde vanuit de Kertsborn, een bron in Widooie. Het is mogelijk dat het aquaduct water van verder weg via Widooie naar Tongeren voerde (het 20 km verderop gelegen Rukkelingen-Loon wordt genoemd), maar daarvoor zijn nog geen bewijzen gevonden. De woningbouw werd meer en meer in steen uitgevoerd. In het noordwesten werd op één van de hoogste punten van de stad op de plaats van een ouder heiligdom een tempelcomplex gebouwd. In de 2e eeuw werd een 4,5 kilometer lange Romeinse muur om de stad gebouwd: de grootste omwalling die de stad ooit zou krijgen. Ook werden een handels- en rechtsgebouw (basilica) en een officiële graanopslagplaats gebouwd. Rond deze tijd begon men de stad Municipium Tungrorum te noemen. Tijdens deze bloeiperiode was de stad in oppervlakte groter dan Keulen.Waarschijnlijk heeft Tungrorum nooit veel meer dan 5000 inwoners gehad, vergelijkbaar met Noviomagus (Nijmegen). Hiermee was Tungrorum de grootste stad op het grondgebied van het huidige België, maar had het toch veel minder inwoners had dan steden als Trier (Augusta Treverorum) en Reims (Durocortorum), die in de Romeinse tijd 20 tot 30.000 inwoners hadden. Rond de stad ontstonden grote landbouwbedrijven (villae rusticae). Tussen 235 en 275 werden de de landbouwbedrijven grotendeels verwoest door plunderende Germaanse stammen, maar onder keizer Diocletianus werd de rust opnieuw hersteld. Tongeren werd deel van de nieuwe verdedigingslinie tegen de Germanen langs de heerweg Keulen – Boulogne-sur-Mer (Gesoriacum) en er werd een contingent soldaten gestationeerd. In 313 erkende keizer Constantijn de Grote in het Edict van Milaan het christendom, waarna de godsdienst zich onbelemmerd kon verspreiden. Het bisdom Tongeren werd de oudste bisschopszetel in de Nederlanden (in de 8e eeuw werd de zetel verplaatst naar Luik).

Rond 350 volgden nieuwe Germaanse invallen en de Romeinen besloten hun aandacht naar het beter verdedigbare Maastricht te verschuiven. Municipium Tungrorum werd minder welvarend, en ook het bevolkingsaantal nam af. In de 4e eeuw werd de muur ingekort en omsloot deze enkel nog het hoger gelegen stadsdeel. In deze periode werd de stad vereerd met een bezoek van keizer Julianus Apostata. Van de omwalling uit deze periode is enkel nog de Romeinse Toren op het Vrijthof bewaard gebleven, terwijl van de muur uit de 2e eeuw nog verschillende stukken overeind staan. In december 406 staken de Germanen massaal de bevroren Rijn over en werden grote delen van het noordelijke Romeinse Rijk onder de voet gelopen. De heerschappij van de Romeinen in deze streken kwam hiermee voorgoed ten einde.

I
n 57 v. Chr. veroverde de Romeinse veldheer Julius Caesar het gebied van het huidige Noord-Frankrijk, België en Zuid-Nederland, het Gallia Belgica. In Atuatuca, een vesting van de Eburonen, werd een Romeins kampement aangelegd. Ambiorix en Catuvolcus, twee koningen van de Eburonen, kwamen in 54 v. Chr. in opstand tegen de Romeinen. Met een list wisten de Eburonen de Romeinen uit Atuatuca te lokken: het 14e legioen en een cavelerie-eenheid van 200 man werden enkele mijlen buiten Atuatuca in een keteldal in een hinderlaag gelokt en vrijwel volledig uitgeroeid. Caesar stuurde daarop negen legioenen naar Belgica. Na een langdurige strijd werden de opstandige stammen afgeslacht of van hun grondgebied verdreven. Catuvolcus pleegde zelfmoord en Ambiorix vluchtte de Rijn over naar de Germanen

 Na ons bezoek aan het GRM verzamelden we aan de bus voor de verplaatsing naar het Europlanetarium om een voorstelling van het nagelnieuwe Cosmodrome bij te wonen.. Na de groepsfoto en de verwelkoming door Guido Gubbels van het Europlanetarium werden we overgedragen aan ons “oud-lid” Roel Kwanten, die tijdens ons bezoek voor het eerst de Cosmodrome zou bemannen. Roel toonde eerst enkele trailers om ons de mogelijkheden van de nieuwe installatie te tonen. Na deze demonstratie was het tijd voor de eigenlijke voorstelling. Het was een digitale reis doorheen de ruimte. We zagen de voorstelling “Wonders of the Universe”, formidabel mooie beelden van alle objecten die je kan tegenkomen als je op verplaatsing bent in de ruimte. Men had bij het begin van de voorstelling de lat al hoog gelegd, verwachtingen waren hoog gespannen en ……ja, inderdaad…. als je bedenkt dat een planetarium tegenwoordig niets meer is dan 2 projectors en wat die allemaal kunnen, ’t is indrukwekkend. Na het bezoek aan het planetarium was er nog even tijd om onder de koepel te vertoeven. Roel Kwanten deed ons de uitleg van de kijker, de koepel, en dies meer. Intussen werd het tijd om de gastheren te bedanken voor hun welgewaardeerde inspanningen (proficiat Roel, ’t was zeer goed!!) en naar de bus te gaan voor de laatste etappe van onze uitstap: de inwendige mens terug op sterkte brengen in de LunchGarden te Genk.  Tijdens de terugreis naar Achel werd Jan Hermans nog getrakteerd  op een daverend applaus. Welverdiend, want het was weer tot in de puntjes verzorgd!  Tot  volgend jaar!

Vers van de pers:

–  Britse wetenschappers hebben de jongste planeet ooit ontdekt. Hij is ‘pas’ 35 miljoen jaar oud, aldus de universiteit van het Engelse Hertfordshire donderdag. De tot nu toe bekendste jongste planeet is 105 miljoen jaar oud. Het nieuwe jonkie is BD+20 1790b gedoopt. Het bevindt zich op een afstand van 83 lichtjaren van de aarde en is vijf keer zo groot als Jupiter.

–  Amerikaanse sterrenkundige hebben voor het eerst een duidelijk bewijs gevonden voor het bestaan van een dubbele quasar in een tweetal sterrenstelsels die in botsing zijn. Quasars zijn extreem heldere kernen die sommige sterrenstelsels vertonen.  Ze ontstaan doordat het super zware zwarte gat in het centrum van zo’n stelsel veel materie uit de omgeving naar zich toe trekt. Door de wrijving wordt de omgeving enorm heet. Samensmeltingen van sterrenstelsels worden gezien als een belangrijke oorzaak van het op gang komen van de materiestroom naar zo’n zwart gat.    Bron: www.europlanetarium.com.       (Beide artikels zijn onder de aandacht gebracht door Job Beeren.)

Kwartaalagenda:

 Mei  2010    

              

Studiebijeenkomst:  14 mei  verbroedering Aquila Lommel

                                 Spreker & onderwerp:  Deep Impact & Rozetta  door LBe.

 

                Kijkavond: 28 mei  deepsky

             Wanneer:    21.30u aanvang   

                 Kijker te gebruiken:  Cassegrain aan de voet van de sterrenwacht.

 

Juni 2010       

 

Studiebijeenkomst:      25 juni 2010 u om 20.15 u Joy

                                    Sterrenbeelden herkennen met behulp van projectie. 

                                    Door de groep.

                                                                 

          Kijkavond : zonnewaarneming.

          Wanneer:  :   12  – 6 -2010    om  16.00u  op de sterrenwacht

          Kijker te gebruiken: lenzenkijker projectie

Agenda NVWS Eindhoven: 2010

22 April 2010: NVWS Eindhoven: “Sterrenkunde op La Palma” Prof. Dr. R.F. Peletier  RUGGroningen

De lezingen worden voortaan gehouden in het atrium van het Augustinianum te Eindhoven gelegen aan de Wassenhovestraat 26