Dat sterrenkijkers meestal ’s nachts in opgestelling staan verwonderd ons niet. De duisternis zoeken we op om te kunnen genieten van het spaarzame streepje licht dat de sterren en andere objecten uitzenden. Wij, als amateur-astronomen, doen ons uiterste best om die donkere plekken te vinden. Eenmaal gevonden zijn we niet te stoppen en middels beeldvergrotingen proberen we zoveel mogelijk informatie uit dat ene lichtpuntje te halen.
Het kan ook anders: onze zon, ook een ster, staat lekker kortbij en geeft ons dagelijks (?) licht en warmte. We kunnen onze sterrenkijkers ook op deze nabije ster richten, maar dan hebben we een probleem. Omdat de zon zo kort bij ons staat (150 miljoen km), ontvangen we heel veel licht. Teveel licht om daar zomaar met een sterrenkijker naar toe te kijken. Iedere amateur-astronoom kent en vertaald dit gevaar: KIJK NOOIT MET HET ONBESCHERMDE OOG NAAR DE ZON!!!!! De sterrenkijker zal de stralen van de zon in een brandpunt bundelen en de temperatuur loopt daar extreem hoog op.Je kan bij wijze van spreken “je ogen uitbranden”. Je kan dat twee keer doen, één keer links en één keer rechts, en dan nooit meer.
Deze gouden stelregel indachtig toog Dirk Schuurmans aan het werk. Hij wou perse een foto van de zon maken en dit middels zelfgebouwde bescherming. Onderstaand zien we de opstelling van Dirk’s kijker. Hij gebruikte speciale zonnefilterfolie die hij, goed afgezekerd, ingeklemd heeft tussen kartonnen ringen welke zorgvuldig afgetaped zijn. De zoek van zijn kijker is geblindeerd met lasglazen. De onderste foto is een beeld van de zon, getrokken door Dirk, met behulp van de zelfbouw beschermingsmiddelen.