Alle berichten van Noorderkroon

Super-nacht!!!!

De eerste kijkavond van 2011 was een succes

 De zon scheen nog in de late namiddag en de wind blies vanuit het oosten. Het beloofde dus een koude maar mogelijk een mooie kijkavond te worden… Toen ik omstreeks 20h00 arriveerde aan de sterrenwacht was de wind gaan liggen. De temperatuur was hierdoor ook meteen een stuk draaglijker geworden.  Het was een prachtige, heldere avond met enorm veel sterren.

Vanaf het begin was er een grote opkomst met verrassend veel kijkermateriaal. Ik telde maar liefst zes kijkers van allerlei afmetingen en soorten. Terwijl anderen nog druk bezig waren met opbouwen had Job zijn kijker al aan de rand van de vijver op Jupiter gericht en samen met Fons wisten ze te vertellen dat er drie maantjes netjes op een rij aan één kant van de planeet stonden. Het was alsof ze aan een draadje hingen, zo mooi recht achter elkaar. Even later werden we vergast op allerlei andere hemelobjecten. Iedereen had wel iets anders of met een andere vergroting in zijn telescoop. Vooral Orion, die een tijdje later met zijn prachtige nevel pal boven de vijver stond, bleef de blikvanger van de avond. Afwisselend van de ene naar de andere kijker kreeg iedereen gelegenheid om de ganse hemel af te turen, maar ook  al was de wind gaan liggen, de temperatuur bleef steeds verder dalen en stilaan begonnen onze voeten te protesteren. Lambert ontstak een gloei-element, dat normaal dienstig is om spiegelcondensatie te voorkomen waaraan we ons de eerste drie uur konden verwarmen.

Ook Fons was, zijn certificaat van de algemene vergadering nog indachtig, voorzien op dit soort problemen en trakteerde even later de liefhebbers op een welkome, hartverstekende borrel.  Na enkele uren van die uitzonderlijk mooie avond te hebben genoten raakte onze voorraad lichaamswarmte, ondanks de pragmatische ingrepen, toch stilaan op en geleidelijk werd dan ook begonnen met de demontage van de kijkers. Lambert maakte intussen enkele prachtige foto’s van de Orionnevel die we ongetwijfeld nog te zien krijgen en hij experimenteerde later nog met (zeer moeilijk scherp te stellen) fotografie in het brandpunt van de kijker tot uiteindelijk de Orionnevel achter de toppen van de bomen wegdook.

 Het was een prachtige kijkavond en het werd dan ook al zaterdag toen de laatste het terrein verliet, maar het succes van deze avond is niet alleen te danken aan de fantastisch mooie sterrenhemel, maar moet zeker ook worden toegeschreven aan de goede opkomst en door toedoen van leden die hun materiaal ter beschikking wilden stellen.

Laten we hopen dat we dit nog regelmatig kunnen overdoen. Bedankt vrienden; het was een succes!                                                                                                                                                    verslag door Jan Hermans

Enkele sfeerbeelden van de kijkavond:

FinePix S3Pro sized_DSCF9030a.jpg

FinePix S3Pro sized_DSCF9034.JPG

FinePix S3Pro sized_DSCF9026.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 033.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 038.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 047.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 055.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 060.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 061.JPG

NIKON D7000sized_kijkavond nikon jan 2011 086a.jpg

Bovenstaande afbeeldingen zijn niet-gestackte opnames: M.a.w. de originele opnames! De gestackte opnames volgen nog.

Algemene ledenvergadering 2010.

Verslag van de Algemene ledenvergadering 10 december 2010.

Zoals aangehaald in de uitnodiging, het oude PC Michielshof ligt zo goed als helemaal tegen de vlakte en we werden ondergebracht in één van de twee units die tegen het gebouw geplaatst waren. Het was een beetje behelpen, maar met een beetje “goodwill” vonden we allemaal onze plaats en kon de avond beginnen.  Tijdens de installatie van de beamer bleek deze niet te werken. Er werd geen signaal doorgegeven van de laptop naar de computer. Achteraf bleek Job gelijk te hebben, het was puur een kwestie van de koude. De beamer had 24u in een koude auto gelegen. Daags na de bijeenkomst was er geen probleem met de connectie en werkte de beamer feilloos. Het was fijn dat Jan onmiddellijk voor een andere beamer kon zorgen. De tegenwoordige elektronica heeft het niet zo op de koude, zo bleek wel de laatste weken.  Tegen 20.30u kon het officiële programma van start gaan, met als eerste punt op de agenda:

Eindejaartoespraak van de voorzitter.

“Het jaar 2010 is weer bijna voorbij en daarom kijken we nog eens terug naar het voorbije jaar dat weer snel voorbij gegaan is en we nog eens terug kijken naar een jaar dat weer niet altijd geweest is zoals we het graag zouden hebben. Er waren soms wel mooie avonden om naar de sterren te kijken en dan hebben we er ook van genoten. Maar er waren ook mooie avonden dat we geen kijkavond hadden, maar dat is nooit op voorhand te bepalen. Het probleem met de koepel is nu blijkbaar opgelost zodat we aan dit probleem waarschijnlijk niet meer moeten denken. Er zijn bij onze leden weer een paar mooie kijkers aangeschaft zodat onze vereniging zeer goed materiaal beschikbaar heeft om kijkavonden te organiseren,  voor ons zelf en voor het publiek dat stilaan meer interesse gekregen heeft voor de sterrenkunde. Het is waarschijnlijk ook te danken aan de inspanningen die Jan en Lambert doen om in de scholen les te geven in sterrenkunde waarmee we de leerlingen en ook hun ouders meebrengen naar de sterrenwacht. Dit mooie initiatief is zeer aan te bevelen en moet zoveel mogelijk herhaald worden. Zo komt onze vereniging in de belangstelling bij de kinderen, maar ook bij de ouders. In het voorbije jaar zijn er ook weer enkele nieuwe leden bijgekomen die ik van harte welkom heet in onze verenging en ik hoop dat ze in ons midden vele leerrijke avonden zullen beleven. We zijn weer goed bezig geweest in het voorbije jaar en we zullen het nieuwe jaar weer met vertrouwen tegemoet zien.

 Ik wens U allen een gelukkig Nieuwjaar en veel voorspoed voor u en uw familieleden, Uw voorzitter,  Lambert Breemans”

Na de eindejaarstoespraak van de voorzitter was het de beurt aan de penningmeester om verslag uit te brengen. Jan liet, net als vorige jaren een positief kasverslag zien. Niet dat we grote winsten maken, dat is ook niet de bedoeling. Jan benadrukte dat we, dank zij gulle schenkingen van verschillende leden, het contributiegeld voor 2011 op hetzelfde peil kunnen houden. Net als alle andere jaren heeft onze penningmeester weer goed werk geleverd en er voor gezorgd dat het financiële aspect van onze vereniging in balans blijft. Tijdens het kasverslag waren Job en Lambert even afwezig, ter voorbereiding van het volgende punt op de agenda; de animatie.

Bezoek van het “Astronomische Gezelschap”.

Heel erg lang geleden heeft Noorderkroon enkele evaluaties ondergaan. We herinneren ons nog de evaluatie van “Mielchior en de Zijnen”, die heel kwistig planetoïden uitdeelden. Er was nog een evaluatie die we moesten ondergaan door “Willy de Woesteling” in de Tomp, allemaal lang, heel lang geleden. Hoogste tijd om nog eens een evaluatie los te laten op de Noorderkroners, ditmaal door een delegatie van het Astronomisch Gezelschap, twee erudiete persoonlijkheden, sober gekleed in het zwart (hoe kan het anders?), voorzien van de Noorderkroon-staf en dito boek! Met deze insteek verzorgden Job en Lambert een “aangeklede” Noorderkroon-evaluatie, haalden anekdotes naar boven en overhandigden oorkondes, certificaten van waardering, aan de aanwezige leden. Aan de hand van een kort humoristisch tekstje, waarin handig gebruik gemaakt werd van een anekdote, een gebeurtenis, een karaktertrek, werden de certificaten uitgereikt. Onderstaande leden mogen voortaan aanspraak maken op volgende titels:

Franky Beckers, “Eigenaar van enkele kubieke lichtjaren van de moleculaire wolk in de buurt van Saggitarius B”.

Paul Rackels, “Een levenslang verblijf onder de bloedrode planeet Mars”.      

Jan Hermans, “De kritische Belg”.

Lambert “Berke” Breemans, “Eredoctoraat in de alwetendheid”.

Tony Van Hertem, “De naamgeving van één van de 490 nieuw ontdekte planeten”.

Dirk Schuurmans, “Eigenaar  van de diffractieringen van Sirius”.

Gerard Verschaeren, “Gekoppeld aan planetoïde 1337 Gerarda”.

Jacky Hermans,  “Connaisseur  van de Noordelijke Hemelsfeer”

Jean-Pierre Sleurs,  “Ultieme bewaker in het verbond van “Ons zwart gat, Sagittarius A* ””

Fons Vrolix,  “Grootmeester onder de hemelse sferen”.

Sammy Presutto,  “De ultieme redder van de 9e kijkavond van 2010”

Job Beeren, “Stella Splendida et Matutina”.

Mark Smits,  “Beschermheer van het Higgs-Boson”

 “Het Genootschap wenst deze academische zitting te beëindigen met het uitspreken van welgemeende dankbetuigingen aan allen die zich de afgelopen 32 jaren verdienstelijk hebben gedragen onder de vlag van Noorderkroon. Zie ons als jullie bondgenoten in uw nimmer aflatende strijd in het populariseren van de wetenschappen en wees gesterkt in het gegeven dat amateur-astronomen, heden ten dagen, gewaardeerde leden van de samenleving zijn. Verder wensen we u allen aan te moedigen om in de komende jaren Uw daden  ten dienste te stellen van de samenleving. Wij, op onze beurt zullen met grote ijver Uw stappen blijven volgen, analyseren en belonen …  Tot een volgende maal!        september 1978  – december 2010

Een meer dan spijtige naamsverwisseling lag aan de basis dat Jo Van Craesbeek geen certificaat overhandigd kreeg. We vinden dit een zeer spijtige zaak en verontschuldigen ons voor dit voorval. We gaan dit rechtzetten! De leden die niet aanwezig waren op de algemene ledenvergadering zullen hun certificaat aangereikt krijgen bij hun eerstvolgende aanwezigheid. Na de act van Job en Lambert was er tijd voor een pauze. Een pauze, gevuld met een goed glas en enkele lekkere vlaaien. Ondertussen werden herinneringen opgehaald aan vroegere tijden.

Jaarverslag 2010 door de secretaris. Aansluitend op de pauze was het aan de secretaris om, middels een beeldverslag een terugblik op 2010 te presenteren. De secretaris maakte terug gebruik van een Powerpointpresentatie met daarin al onze activiteiten verwerkt. Ook datgene wat er achter de schermen gebeurt en de tellerstand van onze verschillende websites kreeg zijn plaats in deze presentatie. Net als vorig jaar mogen we ook dit jaar weer terugblikken op een goed jaar. Er waren boeiende gespreksthema’s, mooie kijkavonden en, heel belangrijk, een goed gevoel naar de toekomst toe. We gaan in 2011 nog meer sensibiliseren midels nieuwe initiatieavonden, we gaan experimenten doorvoeren, kortom… we blijven ons inzetten om sterrenkunde uit te dragen!

Quiz geleid door Jan Hermans. Net als alle andere jaren had Jan weer een quiz voor alle aanwezigen. Tijdens de quiz van vorig jaar had Jan diverse instinkers in zijn vragenlijst zitten. We dachten te weten wat te verwachten. Deze keer was het weer iets heel anders; woordspelletjes, welk getal hoort hier te staan, hoe heet een boemerang die niet terug komt, hoe verdubbel je de waarde van een Lada en nog meer van dat. De ene vraag wel een strikvraag….. de andere weer geen strikvraag….niet meer te volgen! Niet gemakkelijk, dat was te merken aan de scores. Toch één winnaar: Jo Van Craesbeek stak boven ieders score uit en mocht zich terecht de winnaar noemen van de quiz van Jan. Omdat het houden van een quiz bij ons nogal populair is, ondernam ook Dirk een poging om het peil van ons intellect te doorgronden, dus….

Quiz geleid door Dirk Schuurmans.

Dirk’s quiz had een andere insteek: niet de eerste, maar welk is de tweede?…. Hulp!!!! Dat was even schrikken….Welk is de tweede hoogste berg? Welk is de tweede langste rivier? Wie was de tweede man op de maan? Dirk toonde heel snel aan dat we wel allemaal weten wie of wat de eerste is, maar de tweede…….dat was een ander verhaal! En het werd nog erger: Ken je de betekenis van de afkorting van de programmeertaal “Basic”?  Wat wil “hippopotomonstrosesquipedaliofobie” zeggen? Kies maar uit drie keuzemogelijkheden. Het werd een hilarische quiz die,  toch verrassend, leidde tot meerdere winnaars!! Beide heren werden bedankt voor het samenbrengen en presenteren van deze leuke quizzen.

Verslag kijkavond 17 december 2010

De slecht bereidbare wegen, samen met de voorspellingen dat er weer enorm veel sneeuw zou kunnen vallen, weerhield velen om op de laatste kijkavond van 2010 te komen genieten van de toch nog open getrokken winteravond. Toch lokte de open hemel enkele leden vastberaden amateurs naar de sterrenwacht. Toen na een kwartiertje wachten het groepje niet verder werd aangevuld trok de voorzitter met twee “volgelingen” naar boven over de bevroren trappen. De besneeuwde, maar open roosters op de traptreden waren buiten verwachting goed te betreden. De koepel werd geopend en gecontroleerd of er niets vastgevroren zat, maar alles werkte nog perfect. De maan schitterde door het open koepelluik maar kon niet beletten dat de schitterende Jupiter alle aandacht trok, recht voor ons in het zuiden. Orion stond intussen ook al voldoende hoog boven de oostelijke horizon; het beloofde een mooie avond te worden.

De temperatuur in de sterrenwacht voelde helemaal niet koud aan toen de kijker in positie werd gebracht, en na  de opstelling van de newton werd eerst gericht op Jupiter. Door de vele handelingen met de kijker stond de zoeker helemaal ontregeld. Hoe we ook trachtten om iets in beeld te krijgen, het lukte helemaal niet. Dan maar zonder oculair proberen of we via lichtinval de goede richting konden vinden, maar zelfs dat was onmogelijk… Samen besloten we om de kijker eens grondig te controleren. Op de grote spiegel zagen we al meteen onze droevige gezichten weerspiegeld, maar toen het diagonaalspiegeltje in beeld kwam viel het op dat die erg vreemd stond opgesteld. Het spiegeltje bleek grotendeels losgekomen van het voetstuk. Bij het in de juiste positie plaatsen kwam de spiegel helemaal los met als gevolg dat verder kijken met de newton niet meer mogelijk was. De opstelling van de diagonaalspiegel werd dan maar volledig gedemonteerd en Jan heeft deze meegenomen om terug vast te lijmen.

Omstreeks 22.00h, na nog even kort naar het loopwerk van de koepel te hebben gekeken, werd besloten om de laatste kijkavond van 2010 voor bekeken te houden.                             Jan

Wetenwaardigheid: NASA stuurt ook nog in 2011 shuttles de ruimte in

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de twee laatste vluchten met shuttles uitgesteld tot begin 2011. Bovendien is het niet uitgesloten dat de Discovery en de Endeavour nadien opnieuw een reis naar de sterren aanvatten. In 2003, vlak na de catastrofe met het ruimteveer Columbia, werd er in de Verenigde Staten besloten dat er in 2010 voor het laatst shuttles zouden gelanceerd worden. De ruimteveren zijn nu al bijna dertig jaar oud. De risico’s nemen alleen maar toe.  De Discovery en de Endeavour zouden dit jaar nog een laatste keer naar het internationale ruimtestation ISS vliegen, maar NASA zou meer tijd nodig hebben om de toestellen lanceerklaar te krijgen.  De reis van de Endeavour is voorzien voor februari. Tegen dan zal het shuttle-programma al bijna dertig jaar oud zijn.  NASA denkt er echter intussen aan om ook de Atlantis weer op te lappen voor een vlucht in juni 2011. Nochtans werd die shuttle naar de kant gehaald, en mocht ie enkel dienen als reserve-ruimteveer. Volgens hardnekkige geruchten zouden de shuttles nu minstens tot 2015 in dienst blijven.                                                                                        Artikel aangereikt door Jan Hermans

Kijkavonden 2011. In het jaarverslag heeft de secretaris een oproep gelanceerd. Een oproep om tijdens de kijkavonden die we programmeren niet één, maar meerdere kijkers opgesteld te willen zien. Oorsprong van dit idee is afkomstig van kijkavonden die we vroeger hielden.  Toen, en nu spreken we over de periode van meer dan 20 jaren geleden, was het de gewoonte dat iedereen die een kijker in bezit had, deze ook meebracht naar de kijkavond. Er was dus eigenlijk niemand die aangesproken werd om dan zijn kijker ter beschikking te stellen, dat was de taak van iedereen. Tijdens deze kijkavonden waren meerdere kijkers opgesteld en iedereen kon op zijn gemak opbouwen en objecten zoeken. Eenmaal een object in beeld was kon er meer tijd besteed worden aan waarnemen. De deelnemers konden van de ene naar de ander kijker wandelen, men kon vergelijken en zien welke verschillen bepaalde types van kijkers geven.   Doelstelling van deze oproep is terug dat gevoel, die samenwerking, in het leven te roepen. Als we eenmaal terug in deze manier van werken terecht komen, zullen we niet meer terug willen naar de huidige manier van werken (kijken). Er is meer tijd en gelegenheid tot experimenteren, misschien uitwisselen? We zullen zien….

eclips, een hap uit de zon!

Jan Hermans had op 4 januari tijd vrij gemaakt om de zonsverduisteriong waar te nemen. Zijn weergave van de feiten:

 Een zonsverduistering mogen we toch wel als een vrij zeldzame gebeurtenis beschouwen. De weersvoorspellingen voor de verduistering van 4 januari 2011 waren twijfelachtig en het tijdstip was niet erg gunstig. Er werd dan ook met spanning uitgekeken naar de atmosfeer bij het eerste ochtendgloren. De oostelijke hemel was bijzonder helder en nodigde uit om op pad te gaan voor dit spectaculaire gebeuren.

 Bij zonsopkomst was de zon al gedeeltelijk verduisterd. De eclips was al begonnen en met een eclipsbrilletje waren perfect de eerste punten van de sikkel tussen de bomen waar te nemen. Omstreeks 08h50 is een eerste poging gedaan om met een klein eenvoudig fototoestelletje dit gebeuren vast te leggen, maar dit was geen echt succes. Een goede waarnemingsplek voor dit soort observaties is moeilijker dan verwacht.

Dan maar naar een andere locatie gezocht. Misschien was het zicht vanaf de sterrenwacht beter, dus… er naartoe. Op weg naar de sterrenwacht lonkte de zon vanaf een prachtige open horizon ter hoogte van de molendijk. Meteen werd hier gestopt om het maximum van de verduistering, dat intussen om 09h17 optrad, te observeren. Vanaf het westen was een dichte bewolking zichtbaar, maar in die prachtige koude oostelijke ochtendhemel bleef de eclips toch steeds perfect zichtbaar.

Circa 80% van de zon was intussen bedekt en het viel weer op hoe fel de aarde nog werd verlicht door de resterende 20%. Met een eclipsbrilletje voor de lens van het fototoestel konden enkele opnamen worden gemaakt (zie foto rechts) terwijl de zon nog steeds oostelijk van de dichte rand van aankomende bewolking uit het westen bleef schitteren. Intussen verstreek de tijd erg snel en omstreeks 09h39 steeg de zon hoger aan de horizon tot ze even later definitief in de aankomende bewolking verscholen raakte.  Nog een tijdje bleef ze, weliswaar verzwakt door de wolken, zichtbaar door de minder dikke rand van de bewolking. (zie foto)

Hierbij is duidelijk te zien dat het maximum toen al ver was gepasseerd. Daarna verdween de zon een tijdlang achter de bewolking en kwam pas terug te voorschijn toen de eclips volledig was afgelopen. Gelukkig hebben we het belangrijkste moment niet moeten missen.Als er mensen zijn die van deze gebeurtenis een volledige fotorapportages maakten met professioneel materiaal dan zal hierbij, met wat fantasie, de indruk ontstaan dat de verlichte sikkel een schommelende beweging maakt met haar uitstekende punten. In het begin steekt de punt links naar boven en na verloop van tijd steekt de rechterpunt steeds verder naar boven en de linker naar beneden.

 Verslag en onderstaande afbeeldingen door Jan Hermans      

Jan zon 1.jpg

jan zon 2.jpg

 

jan zon 3.jpg

 

                                                                                                    We wachten op nog meer inzendingen!!!

zonsverduistering 2011

Niet de beste, maar een aanzet. Vandaag de eerste dag terug aan het werk en laat dat nu samenvallen met de zonsverduistering. Goed, werken is één…..een zonsverduistering is twee! Werken en toch snel even de zonsverduistering tussendoor fotograferen? ja, hoor….dat kan. Omdat het allemaal een beetje snel moest heb ik me beperkt tot het “snelle” fotografeerwerk. M.a.w. snel een 50-tal opnames gemaakt vanaf de parking met de Nikon D7000 en de 200mm Tamron met 1.4 convertor. De opkomende zon zat grotendeels in de wolken en was enkel goed voor sfeerbeelden (vol vuur!). Een poosje later (09.14u) was de sikkel duidelijk zichtbaar. Roeien met de riemen die voorhanden waren, ik was liever met “full gear” uitgetrokken, maar ja….

Enkele sfeerbeelden en, omdat dit zeker geen schitterende opnames zijn, meteen een oproep aan de leden om hun opnames naar het secretariaat te sturen, zodat deze hier gepost kunnen worden.

NIKON D7000sized_zonsverduistering 3(001).1.2011 001.JPG

NIKON D7000sized_zonsverduistering 3.1.2011 032.JPG

NIKON D7000sized_zonsverduistering 3.1.2011 043.JPG

sized_zon a.jpg

Dec 2010 Algemene ledenvergadering

Gepost op januari 15, 2011 door noorderkroon
Verslag van de Algemene ledenvergadering 10 december 2010.
Zoals aangehaald in de uitnodiging, het oude PC Michielshof ligt zo goed als helemaal tegen de vlakte en we werden ondergebracht in één van de twee units die tegen het gebouw geplaatst waren. Het was een beetje behelpen, maar met een beetje “goodwill” vonden we allemaal onze plaats en kon de avond beginnen. Tijdens de installatie van de beamer bleek deze niet te werken. Er werd geen signaal doorgegeven van de laptop naar de computer. Achteraf bleek Job gelijk te hebben, het was puur een kwestie van de koude. De beamer had 24u in een koude auto gelegen. Daags na de bijeenkomst was er geen probleem met de connectie en werkte de beamer feilloos. Het was fijn dat Jan onmiddellijk voor een andere beamer kon zorgen. De tegenwoordige elektronica heeft het niet zo op de koude, zo bleek wel de laatste weken. Tegen 20.30u kon het officiële programma van start gaan, met als eerste punt op de agenda:
Eindejaartoespraak van de voorzitter.
“Het jaar 2010 is weer bijna voorbij en daarom kijken we nog eens terug naar het voorbije jaar dat weer snel voorbij gegaan is en we nog eens terug kijken naar een jaar dat weer niet altijd geweest is zoals we het graag zouden hebben. Er waren soms wel mooie avonden om naar de sterren te kijken en dan hebben we er ook van genoten. Maar er waren ook mooie avonden dat we geen kijkavond hadden, maar dat is nooit op voorhand te bepalen. Het probleem met de koepel is nu blijkbaar opgelost zodat we aan dit probleem waarschijnlijk niet meer moeten denken. Er zijn bij onze leden weer een paar mooie kijkers aangeschaft zodat onze vereniging zeer goed materiaal beschikbaar heeft om kijkavonden te organiseren, voor ons zelf en voor het publiek dat stilaan meer interesse gekregen heeft voor de sterrenkunde. Het is waarschijnlijk ook te danken aan de inspanningen die Jan en Lambert doen om in de scholen les te geven in sterrenkunde waarmee we de leerlingen en ook hun ouders meebrengen naar de sterrenwacht. Dit mooie initiatief is zeer aan te bevelen en moet zoveel mogelijk herhaald worden. Zo komt onze vereniging in de belangstelling bij de kinderen, maar ook bij de ouders. In het voorbije jaar zijn er ook weer enkele nieuwe leden bijgekomen die ik van harte welkom heet in onze verenging en ik hoop dat ze in ons midden vele leerrijke avonden zullen beleven. We zijn weer goed bezig geweest in het voorbije jaar en we zullen het nieuwe jaar weer met vertrouwen tegemoet zien.
Ik wens U allen een gelukkig Nieuwjaar en veel voorspoed voor u en uw familieleden, Uw voorzitter, Lambert Breemans”
Na de eindejaarstoespraak van de voorzitter was het de beurt aan de penningmeester om verslag uit te brengen. Jan liet, net als vorige jaren een positief kasverslag zien. Niet dat we grote winsten maken, dat is ook niet de bedoeling. Jan benadrukte dat we, dank zij gulle schenkingen van verschillende leden, het contributiegeld voor 2011 op hetzelfde peil kunnen houden. Net als alle andere jaren heeft onze penningmeester weer goed werk geleverd en er voor gezorgd dat het financiële aspect van onze vereniging in balans blijft. Tijdens het kasverslag waren Job en Lambert even afwezig, ter voorbereiding van het volgende punt op de agenda; de animatie.
Bezoek van het “Astronomische Gezelschap”.
Heel erg lang geleden heeft Noorderkroon enkele evaluaties ondergaan. We herinneren ons nog de evaluatie van “Mielchior en de Zijnen”, die heel kwistig planetoïden uitdeelden. Er was nog een evaluatie die we moesten ondergaan door “Willy de Woesteling” in de Tomp, allemaal lang, heel lang geleden. Hoogste tijd om nog eens een evaluatie los te laten op de Noorderkroners, ditmaal door een delegatie van het Astronomisch Gezelschap, twee erudiete persoonlijkheden, sober gekleed in het zwart (hoe kan het anders?), voorzien van de Noorderkroon-staf en dito boek! Met deze insteek verzorgden Job en Lambert een “aangeklede” Noorderkroon-evaluatie, haalden anekdotes naar boven en overhandigden oorkondes, certificaten van waardering, aan de aanwezige leden. Aan de hand van een kort humoristisch tekstje, waarin handig gebruik gemaakt werd van een anekdote, een gebeurtenis, een karaktertrek, werden de certificaten uitgereikt. Onderstaande leden mogen voortaan aanspraak maken op volgende titels:
Franky Beckers, “Eigenaar van enkele kubieke lichtjaren van de moleculaire wolk in de buurt van Saggitarius B”.
Paul Rackels, “Een levenslang verblijf onder de bloedrode planeet Mars”.
Jan Hermans, “De kritische Belg”.
Lambert “Berke” Breemans, “Eredoctoraat in de alwetendheid”.
Tony Van Hertem, “De naamgeving van één van de 490 nieuw ontdekte planeten”.
Dirk Schuurmans, “Eigenaar van de diffractieringen van Sirius”.
Gerard Verschaeren, “Gekoppeld aan planetoïde 1337 Gerarda”.
Jacky Hermans, “Connaisseur van de Noordelijke Hemelsfeer”
Jean-Pierre Sleurs, “Ultieme bewaker in het verbond van “Ons zwart gat, Sagittarius A* ””
Fons Vrolix, “Grootmeester onder de hemelse sferen”.
Sammy Presutto, “De ultieme redder van de 9e kijkavond van 2010”
Job Beeren, “Stella Splendida et Matutina”.
Mark Smits, “Beschermheer van het Higgs-Boson”
“Het Genootschap wenst deze academische zitting te beëindigen met het uitspreken van welgemeende dankbetuigingen aan allen die zich de afgelopen 32 jaren verdienstelijk hebben gedragen onder de vlag van Noorderkroon. Zie ons als jullie bondgenoten in uw nimmer aflatende strijd in het populariseren van de wetenschappen en wees gesterkt in het gegeven dat amateur-astronomen, heden ten dagen, gewaardeerde leden van de samenleving zijn. Verder wensen we u allen aan te moedigen om in de komende jaren Uw daden ten dienste te stellen van de samenleving. Wij, op onze beurt zullen met grote ijver Uw stappen blijven volgen, analyseren en belonen … Tot een volgende maal! september 1978 – december 2010
Een meer dan spijtige naamsverwisseling lag aan de basis dat Jo Van Craesbeek geen certificaat overhandigd kreeg. We vinden dit een zeer spijtige zaak en verontschuldigen ons voor dit voorval. We gaan dit rechtzetten! De leden die niet aanwezig waren op de algemene ledenvergadering zullen hun certificaat aangereikt krijgen bij hun eerstvolgende aanwezigheid. Na de act van Job en Lambert was er tijd voor een pauze. Een pauze, gevuld met een goed glas en enkele lekkere vlaaien. Ondertussen werden herinneringen opgehaald aan vroegere tijden.
Jaarverslag 2010 door de secretaris. Aansluitend op de pauze was het aan de secretaris om, middels een beeldverslag een terugblik op 2010 te presenteren. De secretaris maakte terug gebruik van een Powerpointpresentatie met daarin al onze activiteiten verwerkt. Ook datgene wat er achter de schermen gebeurt en de tellerstand van onze verschillende websites kreeg zijn plaats in deze presentatie. Net als vorig jaar mogen we ook dit jaar weer terugblikken op een goed jaar. Er waren boeiende gespreksthema’s, mooie kijkavonden en, heel belangrijk, een goed gevoel naar de toekomst toe. We gaan in 2011 nog meer sensibiliseren midels nieuwe initiatieavonden, we gaan experimenten doorvoeren, kortom… we blijven ons inzetten om sterrenkunde uit te dragen!
Quiz geleid door Jan Hermans. Net als alle andere jaren had Jan weer een quiz voor alle aanwezigen. Tijdens de quiz van vorig jaar had Jan diverse instinkers in zijn vragenlijst zitten. We dachten te weten wat te verwachten. Deze keer was het weer iets heel anders; woordspelletjes, welk getal hoort hier te staan, hoe heet een boemerang die niet terug komt, hoe verdubbel je de waarde van een Lada en nog meer van dat. De ene vraag wel een strikvraag….. de andere weer geen strikvraag….niet meer te volgen! Niet gemakkelijk, dat was te merken aan de scores. Toch één winnaar: Jo Van Craesbeek stak boven ieders score uit en mocht zich terecht de winnaar noemen van de quiz van Jan. Omdat het houden van een quiz bij ons nogal populair is, ondernam ook Dirk een poging om het peil van ons intellect te doorgronden, dus….
Quiz geleid door Dirk Schuurmans.
Dirk’s quiz had een andere insteek: niet de eerste, maar welk is de tweede?…. Hulp!!!! Dat was even schrikken….Welk is de tweede hoogste berg? Welk is de tweede langste rivier? Wie was de tweede man op de maan? Dirk toonde heel snel aan dat we wel allemaal weten wie of wat de eerste is, maar de tweede…….dat was een ander verhaal! En het werd nog erger: Ken je de betekenis van de afkorting van de programmeertaal “Basic”? Wat wil “hippopotomonstrosesquipedaliofobie” zeggen? Kies maar uit drie keuzemogelijkheden. Het werd een hilarische quiz die, toch verrassend, leidde tot meerdere winnaars!! Beide heren werden bedankt voor het samenbrengen en presenteren van deze leuke quizzen.
Verslag kijkavond 17 december 2010
De slecht bereidbare wegen, samen met de voorspellingen dat er weer enorm veel sneeuw zou kunnen vallen, weerhield velen om op de laatste kijkavond van 2010 te komen genieten van de toch nog open getrokken winteravond. Toch lokte de open hemel enkele leden vastberaden amateurs naar de sterrenwacht. Toen na een kwartiertje wachten het groepje niet verder werd aangevuld trok de voorzitter met twee “volgelingen” naar boven over de bevroren trappen. De besneeuwde, maar open roosters op de traptreden waren buiten verwachting goed te betreden. De koepel werd geopend en gecontroleerd of er niets vastgevroren zat, maar alles werkte nog perfect. De maan schitterde door het open koepelluik maar kon niet beletten dat de schitterende Jupiter alle aandacht trok, recht voor ons in het zuiden. Orion stond intussen ook al voldoende hoog boven de oostelijke horizon; het beloofde een mooie avond te worden.
De temperatuur in de sterrenwacht voelde helemaal niet koud aan toen de kijker in positie werd gebracht, en na de opstelling van de newton werd eerst gericht op Jupiter. Door de vele handelingen met de kijker stond de zoeker helemaal ontregeld. Hoe we ook trachtten om iets in beeld te krijgen, het lukte helemaal niet. Dan maar zonder oculair proberen of we via lichtinval de goede richting konden vinden, maar zelfs dat was onmogelijk… Samen besloten we om de kijker eens grondig te controleren. Op de grote spiegel zagen we al meteen onze droevige gezichten weerspiegeld, maar toen het diagonaalspiegeltje in beeld kwam viel het op dat die erg vreemd stond opgesteld. Het spiegeltje bleek grotendeels losgekomen van het voetstuk. Bij het in de juiste positie plaatsen kwam de spiegel helemaal los met als gevolg dat verder kijken met de newton niet meer mogelijk was. De opstelling van de diagonaalspiegel werd dan maar volledig gedemonteerd en Jan heeft deze meegenomen om terug vast te lijmen.
Omstreeks 22.00h, na nog even kort naar het loopwerk van de koepel te hebben gekeken, werd besloten om de laatste kijkavond van 2010 voor bekeken te houden. Jan
Wetenwaardigheid: NASA stuurt ook nog in 2011 shuttles de ruimte in
De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de twee laatste vluchten met shuttles uitgesteld tot begin 2011. Bovendien is het niet uitgesloten dat de Discovery en de Endeavour nadien opnieuw een reis naar de sterren aanvatten. In 2003, vlak na de catastrofe met het ruimteveer Columbia, werd er in de Verenigde Staten besloten dat er in 2010 voor het laatst shuttles zouden gelanceerd worden. De ruimteveren zijn nu al bijna dertig jaar oud. De risico’s nemen alleen maar toe. De Discovery en de Endeavour zouden dit jaar nog een laatste keer naar het internationale ruimtestation ISS vliegen, maar NASA zou meer tijd nodig hebben om de toestellen lanceerklaar te krijgen. De reis van de Endeavour is voorzien voor februari. Tegen dan zal het shuttle-programma al bijna dertig jaar oud zijn. NASA denkt er echter intussen aan om ook de Atlantis weer op te lappen voor een vlucht in juni 2011. Nochtans werd die shuttle naar de kant gehaald, en mocht ie enkel dienen als reserve-ruimteveer. Volgens hardnekkige geruchten zouden de shuttles nu minstens tot 2015 in dienst blijven. Artikel aangereikt door Jan Hermans
Kijkavonden 2011. In het jaarverslag heeft de secretaris een oproep gelanceerd. Een oproep om tijdens de kijkavonden die we programmeren niet één, maar meerdere kijkers opgesteld te willen zien. Oorsprong van dit idee is afkomstig van kijkavonden die we vroeger hielden. Toen, en nu spreken we over de periode van meer dan 20 jaren geleden, was het de gewoonte dat iedereen die een kijker in bezit had, deze ook meebracht naar de kijkavond. Er was dus eigenlijk niemand die aangesproken werd om dan zijn kijker ter beschikking te stellen, dat was de taak van iedereen. Tijdens deze kijkavonden waren meerdere kijkers opgesteld en iedereen kon op zijn gemak opbouwen en objecten zoeken. Eenmaal een object in beeld was kon er meer tijd besteed worden aan waarnemen. De deelnemers konden van de ene naar de ander kijker wandelen, men kon vergelijken en zien welke verschillen bepaalde types van kijkers geven. Doelstelling van deze oproep is terug dat gevoel, die samenwerking, in het leven te roepen. Als we eenmaal terug in deze manier van werken terecht komen, zullen we niet meer terug willen naar de huidige manier van werken (kijken). Er is meer tijd en gelegenheid tot experimenteren, misschien uitwisselen? We zullen zien….

Agenda 1e kwartaal 2011

1.     Agenda 4e kwartaal 2009

 

Januari 2011.       

Studiebijeenkomst:   14 januari 2011   Joy 20.15u

Open agenda   &  Ruimtevaart, van een leien dakje? door Lambert Beliën   

Kijkavond :  28 januari 2011 om 20.00u  aan de sterrenwacht

Wanneer:     Refractor Berke en we doen testen met de  kijker van Dirk. Oproep voor meerdere kijkers op het veld.

                  

 Februari  2011    

 

Studiebijeenkomst:   25 februari 2011    20.15u  Joy

Open agenda   &   Het veld van Orion door Job Beeren 

Kijkavond :  maanavond

 Wanneer:    11 februari 2011   20.00u  stw

Kijker te gebruiken:  indien mogelijk Skywatcher Tony en evt Bressner van Sammy.

 

Maart 2011.       

 

Studiebijeenkomst:   25 maart 2011   om 20.15 Joy

 Open agenda   &     Coördinaten door Jan Hermans

Kijkavond : kijker: zoveel als mogelijk.

Wanneer:    11 maart 2011 om 20.30u

Kijker te gebruiken:  Buitenheide, samenkomen om 20.15u aan de Joy.

 

De oplettende lezer heeft het al gezien; we vragen om tijdens alle kijkavonden zoveel kijkers als mogelijk in het veld te krijgen. Zie je een geprogrammeerde kijkavond, heb je tijd en goesting om je eigen kijker mee te brengen? Niet twijfelen, zeker doen! Alle aanwezigen zullen snel merken dat het heel fijn is als je van de ene kijker naar de andere kan gaan, al was het maar on te vergelijken. Een bijkomend voordeel is dat je de operatoren van de kijkers ontlast van een bepaalde druk. Met andere woorden, we kunnen meer tijd, in alle gemoedelijkheid, besteden aan bepaalde objecten en intussen heeft iedereen wat omhanden. Een ander voordeel is dat, wanneer je in groep werkt, iedereen van elkaar wat kan opsteken. Niets dan voordelen, dus nogmaals: breng die telescopen naar het waarnemingsveld aan de sterrenwacht.

 

Heb je zin om je kijker onder de koepel op te stellen, maar je hebt geen koppelstuk daarvoor? Geen probleem, onze voorzitter staat met raad en daad paraat om je kijker aan te passen aan de zuil van de sterrenwacht. Spreek hem aan als je kijker aanpassingen nodig heeft.

 

Qua lidgeld 2011 heeft het bestuur unaniem besloten om de tarief van vorig jaar, te weten 15 euro per persoon, te handhaven. Donaties van diverse leden maken dit mogelijk, waarvoor uiteraard onze dank.

                                           

Mars, door Job Beeren

 

Job maakte, zeer terecht de opmerking dat het verslag van zijn lezing, gegeven in obktober niet in onze weblog was opgenomen. Heel correct opgemerkt! Door de vele activiteiten en verslagen is zijn verslag zoek geraakt. Alsnog een rechtzetting en dank aan Job voor deze opmerking.

 

~      Open agenda

 

Astronomische begrippen:

1.     Albedo: het lichtweerkaatsende vermogen van een hemellichaam dat zelf geen licht uitstraalt.

2.     AE: de afstand tussen aarde en zon, ca 150 miljoen kilometer. Wordt gebruikt als een afstandseenheid (AE = astronomische eenheid)

3.     Buitenplaneten: geldt voor alle planeten die, vanaf de zon gezien, buiten de baan van de aarde hun omloop hebben. Dit wil dus zeggen dat Mercurius en Venus de binnenplaneten zijn en al de rest zijn de buitenplaneten.

4.     Ecliptica: is het baanvlak (vauit de aarde gezien) in welke alle planeten hun omloop hebben.

 

 

Heeft atmosfeer gewicht? Ja, de atmosfeer heeft gewicht. De vraag “Hoe meet men dit gewicht?” resulteerde in een levendig debat over Pascal, SI-eenheden, opbouw van druk kapot gesprongen putten en, een heel voornaam gegeven in deze, aantrekkingskracht.

 

Ster met een massa van 300 zonnemassa’s, is dit reëel? Ja, we hebben weet van sterren die nog veel zwaarder zijn. (Nvdr.: Enige voorzichtigheid is hier toch geboden. Bij nader onderzoek is het toch niet zo vanzelfsprekend. Diverse wetenschappelijke artikels zien 300 zonnemassa’s als het grootst. Misschien zinvol om hier dieper om in de gaan. De gegevens die we hanteerden kunnen zo mogelijk afkomstig zijn uit de oude handboeken en misschien achterhaald?)

 

Dirk vroeg zich af hoe snel de uitdijing , getuige de roodverschuiving die we nu waarnemen, geweest moest zijn ten tijde van de Big Bang? Dit werd een heel geanimeerd gesprek, waar we aan de hand van zo simpel mogelijke vergelijkingen een beeld schiepen hoe de Big Bang en de ruimte voor te stellen. We weten dat in de allereerste milliseconden na de Big Bang daadwerkelijk de lichtsnelheid overschreden, maar er was toen nog geen licht. Pas 300.000 jaren na de BB, ten tijde van de recombinatie, was er pas sprake van licht. We namen het fenomeen uitdijing op de korrel en Jan wist dat de waarde van 2 graden Kelvin (de achtergrondstraling) zo mogelijk een limiet in waarneming kan zijn, afhankelijk van de technologie die gebruikt wordt.

 

 

 Als onze zon naar de fase rode reus gaat, betekent dat het einde van ons zonnestelsel? Met deze vraag wil Jacky Hermans een toekomstbeeld verklaart zien. De groep wist dat, wanneer onze zon verder op haar pad in de Hoofdreeks (HRD-diagram), op een gegeven moment zal uitdijing onder de naam rode reus. De zon zal zodanig opzwellen dat de binnenplaneten in het gedrang zullen komen. Even bewandelden we het gegeven dat als de fysiologie van de zon veranderd, dit rechtstreeks gevolg heeft voor de planeten. Het is de zon (99.8 % van de totale massa van ons zonnestelsel) die alle planeten op hun plaats houdt. De gedachte die daar uit voortkwam was dat de banen van de planeten zich zouden aanpassen, maar….blijft het gegeven van de massa van de zon. Die zal slechts een klein beetje minder zijn dan nu, dus niet van veel belang in deze redenering. We zoeken nog uit welk de gevolgen zijn voor de binnenplaneten. We zijn het er wel over eens dat de huidige levensvormen heel zwaar zullen inboeten.

 

Na een zeer boeiende open agenda en nog een extra Palmke (of voor de verstandigen onder ons, een koffie!) werd het woord gegeven aan de spreker van dienst, Job Beeren, voor zijn uiteenzetting over Mars.

 

Mars, de rode planeet.

 

  Bij de Babyloniers was Mars gekend als “god van vuur” (rode kleur?), de oude Grieken noemde Mars Nergal, gelijk aan hun god Ares (Areos aster wat“ster van Ares” betekent), of ook wel (Pyroeis) dat “vurig” betekent. De Romeinse god Mars, we herkennen het symbool een cirkel met een eruit stekende pijl, als een schild en een speer.

De rossige kleur van Mars wordt veroorzaakt  door ijzer(III)oxide in de vorm van het mineraal hematiet of roest. Vanaf de Aarde te zien als een duidelijke oranje-rode ster, maar verschilt nogal, als deze in het perihelium staat of in het aphelium. Vanuit het perspectief van een aardse waarnemer zien we dat de planeet rare bewegingen maakt aan de hemelbol. Ze lijkt soms achteruit te lopen. Job verduidelijkte dit fenomeen aan de hand van enkele slides.

 

Beroemd en berucht waren de kaarten van de “canali” die de Italiaanse sterrenkundige Giovanni Schiaparelli in 1877 optekende, hij had het geluk dat er enkele keren een zeer helder oppervlak te zien was. Schiaparelli’s waarnemingen suggereerden het bestaan van kanalen op het oppervlak van Mars. Deze waarnemingen waren net dat wat nodig was om de hype van Marsmannetjes te veroorzaken.

 

De baan en de excentriciteit van Mars werden besproken. Het Perihelium op 1.3815 AE en het Aphelium op 1.6659 AE en een baanexcentriciteit van 0.093325. De hellingshoeken (t.o.v. de ecliptica) van Mars en Aarde zijn bijna gelijkaardig. De manen van Mars, Phobos (angst) en Deimos (paniek, vrees), ontdekt door Asaph Hall in 1877, kwamen ruim aan bod. Phobos, met een grootte van 27 x 22 x 18 km heeft een omlooptijd van 0.3189 dagen, wat overeenkomt met een duur 7 uren en 40 minuten. Deimos, met een afmeting van 7.8 x 6  5.1 km is de kleinere en doet 1.2624 dagen, ruim 30 uren over één omloop om de planeet. Phobos kan je dus driemaal per Marsnacht zien overkomen. Heel verrassend! Job toonde valse kleuropnames van de manen die veel verduidelijkten. Groeven van afgeschampte inslagprojectielen, verse kraters, allemaal te zien op de opnames van de Mars Reconnaissance Orbiter die schitterende opnames maakte in maart 2008. Een projectie van Mars afgezet tegen de aarde, laat zien dat Mars (volume 0.1074467) een tiende van de aarde is. Het gevolg hiervan is een mindere aantrekkingskracht. Als we hier op aarde 1 m hoog zouden springen, zou dit op Mars 2.638m zijn.

 

 In een mooi overzicht presenteerde Job de fysische gegevens van Mars, vergeleken met die van de aarde om vervolgens aandacht te besteden aan de samenstelling van de atmosfeer en de heersende luchtdruk. Qua samenstelling viel vooral het fenomeen methaan op. Het methaan zou afkomstig kunnen zijn door ontgassing van het olivijn-gesteente en het vulkanisme. De atmosfeer bevat stofdeeltjes ter grootte van 1.5 µm, dit zorgt ervoor dat de (lucht) vanaf het oppervlakte er oranjebruin kleurt.

 

De seizoenen op Mars duren tweemaal langer dan op aarde. Op de beide polen is het gedurende een  halfjaar donker. De daaruit voortvloeiende afkoeling zorgt dan voor dikke lagen kooldioxide dat condenseert tot droogijs. Bij het aanbreken van de  lente wordt de pool terug verlicht en zal het droogijs weer sublimeren. De vrijkomende hoeveelheid kooldioxide zorgt dan  voor harde winden vanaf de pool. Deze seizoensgebonden winden transporteren grote hoeveelheden stof en waterdamp en veroorzaken rijp aan oppervlak en grote cirruswolken in de atmosfeer.  Waarnemers zien ook wolken rond een groot aantal vulkanen op Mars. Deze ontstaan wanneer warme lucht afkoelt tijdens het stijgen langs de vulkaanflanken.

 

Het klimaat op mars: -140 °C in de poolwinter tot 20 °C in de zomer. Deze temperaturen zijn een  gevolg van de dunne atmosfeer en de geringe warmtecapaciteit van Mars. Een ander seizoensgebonden klimaatverschijning zijn de stofstormen. Ze kunnen klein zijn, maar kunnen ook de hele planeet beslaan.  Job toonde enkele beeldfragmenten van een “dustdevil”. Een heel mooie reeks beelden van het oppervlak, Mons Olympus en verschillende kraters, kloven Vallis Marineres en Ma’adim met zijn lavakanalen.  Vallis Marineres werd vergeleken met onze Grand  Canyon. Opnames van de Opportunity van duinen, “bomen” op Mars blijken ophopingen van grotere stofdeeltjes te zijn. Een indrukwekkende reeks mooie, scherpe beelden van het Marsoppervlak!

 

Dat er water op Mars is werd duidelijk op verschillende slides. Waterdeposito’s die zich voornamelijk op de beide polen bevinden. Waterijs is voldoende aanwezig, vooral aan de twee poolkappen. Betreffende de hoeveelheid water wist Job ons te vertellen dat er genoeg voorhanden is om in gesmolten toestand het hele Marsoppervlak te bedekken met een 11 m diepe laag. De hoeveelheid op de Zuidpool van Mars is twee derde van het waterijs op Groenland.

 

De gemiddelde dichtheid van Mars is 30% lager dan van Aarde daarom kan Mars geen grote metallische kern bezitten. We kennen een kern van ijzer en ijzerverbindingen (1500 km), een silicaatmantel met een dikte van 1800 km en daarbovenop een Marskorst met een dikte van 100 km. Door deze waarden heeft Mars een zeer gering magnetisch veld.

 

Als we al dachten dat de mens zich vooral geconcentreerd heeft op de maan, dan zijn we nu genezen van die gedachte. Job presenteerde een zeer uitgebreide lijst van 74 Marsmissies: teveel om op te noemen. De voornaamste kwamen doorheen het verhaal al aan bod. Terugkijken is één, vooruitkijken is een andere zaak. Job keek voor ons even naar toekomstige missies en wist te vertellen dat er toch wel ambitieuze plannen bestaan om daadwerkelijk naar bemand naar Mars te gaan. Onder de projectnaam Maven is men nu al bezig met testen. Lancering wordt verwacht tussen18 november 2013 en 7 december 2013.

Doel van het onderzoek is het bestuderen van  het verlies van bepaalde stoffen uit de atmosfeer, en dit gedurende een bepaalde tijd en het onderzoeken van stabiele isotopen in de atmosfeer. Bemande reizen naar Mars ….2030? Kostprijs 45 miljard euro. Is dit haalbaar? Job hoopt in elk geval van wel!

 

Met een applaus werd Job bedankt voor zijn verhelderende uiteenzetting. Het was bijna middernacht toen Jan de spreker en de aanwezigen dankte voor hun aanwezigheid en inbreng. Het was een meer dan geslaagde bijeenkomst!

 

Activiteiten November 2010

Beste vrienden,

                            het jaar nadert zijn einde, hoogste tijd om nog eens achterom te kijken. We nodigen u allen uit aanwezig te zijn op de Algemene Ledenvergadering op 10 december 2010. Net als andere jaren kijken we terug naar de activiteiten van het afgelopen jaar, vooraf gegaan door een speech van de voorzitter en we nemen, zoals elk jaar, het kasverslag door. Om deze Algemene Ledenvergadering iets meer cachet te geven hebben we een afvaardiging van “Het Astronomisch Genootschap” weten te strikken. Zij zullen ons een bezoek brengen om, samen met ons, de afgelopen jaren te evalueren….en niet te missen gebeurtenis!!!

Tussen de diverse rubrieken is er genoeg ruimte voor een gezellige babbel en de nodige animatie. Zoals eerder gezegd, we hopen op uw aanwezigheid…..Ps: hou wel even rekening met het feit dat de sloopwerken aan het PC Michielshof in volle gang zijn. Zoals het nu uitziet blijven we gehuisvest in de lokalen van de Joy, maar is het moeilijk om op voorhand te weten in welk lokaal. Bij twijfel kan je altijd informatie inwinnen bij Marcel en Suzanne, de plaatselijke uitbaters. Het cafetaria is verhuist naar het grote lokaal van de Joy.

                                  We starten de algemene ledenvergadering om 20.15u. Allen welkom!!                   Het bestuur

 Op 17 december 2010 verzamelen we tegen 20.00 uur aan de sterrenwacht. Tijdens deze laatste kijkavond van 2010 richten we de lenzenkijker van de voorzitter op de maan. Als het weer het toelaat kunnen we genieten van schitterende kraters, bergmassieven, rillen en breuken, en dies meer. We gaan eens een beetje stoeien met filters. Wat zijn filters, waar dienen ze voor en vooral….welk effect hebben ze? Ondanks het feit dat we comfortabel onder de koepel staan, zorg toch voor voldoende warme kleding. Misschien is het tijd om de “gelzakjes”  (chemische verwarming) of koolstofbrandertjes nog eens te reactiveren? Denk zeker aan warm schoeisel, dat is het meest belangrijke. Koude voeten…… Tot kijk…                   Het bestuur

 Verslag van de bijeenkomst van 12 november 2010.

  Administrativa

 

  • ·       Als eerste punt werd Sammy Presutto als nieuw lid welkom geheten. Sammy was in gezelschap van zijn vriendin. De werking van onze vereniging werd in het kort uitgelegd. Sammy heeft een 152 mm Bressner telescoop (lenzenkijker), waar we hem zeker mee op weg gaan helpen, tijdens de eerstvolgende kijkavond.

 

  • ·       Het verslag werd, op een paar aanmerkingen na, goedgekeurd. Jan oordeelde dat er  in het vorige blaadje  er geen sprake mag zijn van” lichtsnelheid tijdens de allereerste fase van het uitdijend heelal” (onmiddellijk na de Big Bang). Er was trouwens geen licht. Een tweede opmerking die Jan formuleerde was dat 300.000 jaren na de Big Bang de combinatie verantwoordelijk was voor het eerste licht en niet de recombinatie. Beide opmerkingen werden uitvoerig besproken en aangenomen.

 

  • ·       “De dagen van het huidige Michielshof zijn geteld”. Onder deze titel werd aangekondigd dat de sloopwerken aan het PC van start gaan op 1 december, wat maakt dat we bij een volgend bezoek aan het PC Michielhof een groot gedeelte van het gebouw niet meer zullen zien, want gesloopt.

 

  • ·       Dirk Schuurmans stelde zich kandidaat om als moderator op te treden.
  •   Open agenda 

 

  1. 1.     Large Hadron Collider.
  2. 2.     Oerknaltheorie
  3. 3.     Wanneer verwachten we een zonnestorm?
  4. 4.     Wat is de temperatuur bij kernfusie?

 In een geanimeerd gesprek werden bovenstaande punten één voor één besproken. De primeur was voorbestemd aan de nieuwe records die de LHC realiseerde, de afgelopen weken. De grootste deeltjesversneller ter wereld, de Large Hadrton Collider (LHC) nabij Genève, heeft een nieuw hitterecord gevestigd: 10 miljard graden. Met botsende atoomkernen van lood produceerden de fysici aan het Europees centrum voor onderzoek naar elementaire deeltjes  10 miljard graden hete micro-vuurballen. Dat is een miljoen maal heter dan de temperatuur in het centrum van de zon. Het gaat dan ook om de hoogste temperaturen en de grootste densiteiten die ooit in een experiment zijn bereikt.  Met deze “mini-oerknal” hopen de vorsers inzicht te krijgen in de eerste microseconden van het universum.  Met het woord “oerknal” kwamen we aan bij het tweede punt. De theorie van George Lemaitre werd nog eens even uitgelegd om dan over te gaan naar punt drie, de vraag “wanneer kunnen we een zonestorm verwachten?”. Volgens sommige kan je die niet verwachten, hij zal je verrassen. Neen, zegt een andere groep, je kan wel degelijk zien aan de positie en de grootte van een zonnevlek of er potentieel gevaar dreigt. Gevaarlijk kan het worden als een grote zonnevlek direct voor ons ligt en we bijgevolg in de baan zitten van een eventuele uitbarsting.  De laatste vraag van de open agenda: “Wat is de temperatuur bij kernfusie” werd heel snel antwoord gegeven: 12 miljoen graden Celsius, de temperatuur van de het inwendige van onze zon. Wel even rekening houden met het gegeven dat de ene kernfusie niet gelijk is aan de andere. We weten dat onze zon waterstof omzet in helium, maar er zijn nog andere processen. Denk maar aan schilverbranding, het principe van de gelaagdheid van uien. Een ster zal op verschillende dieptes verschillende verbandingen doorgaan. Hoe dieper in de ster, hoe zwaarder de elementen, des te heviger de temperaturen en drukken.   Na deze uiteenzettingen werd het woord gegeven aan Lambert voor een heruitgave van de uiteenzetting over exoplaneten. In zijn introductie liet Lambert weten dat hij het verhaal vijf jaren geleden al eens gebracht had. Dat de versie van deze avond een aangepaste herhaling was met , naadloos aansluitend, de recentere bevindingen. Het verhaal is als het ware een tijdslijn geworden en toont een tendens in de zoektocht naar kleinere planeten buiten ons zonnestelsel. Voor de aanvang  van de uiteenzetting werd even aandacht gegeven aan een zevental termen, die in het verhaal naar voor kwamen en hielden we een korte pauze.

Extrasolaire planeten, nieuwe verre werelden.

Brief van Epicurus aan Herodotus ( 300 vC.)

“Er is een oneindig aantal werelden, sommige gelijk de onze, andere dan weer verschillend…….”

Met deze vooruitziende “brief” en een analyse van de vergelijking van Francis Drake (1961) werd een passende opening gevonden om het thema “zoektocht naar een terrestrische planeet” open te breken. Exoplaneten zijn planeten die draaien om andere sterren dan de Zon. Het bestaan van deze planeten is voornamelijk afgeleid van indirecte waarnemingen en daarop gebaseerde berekeningen. Deze planeten werden voor het eerst ontdekt in de jaren ’90, toen de technologie ver genoeg was gevorderd om voldoende gevoelige telescopen te maken. Er worden steeds meer exoplaneten ontdekt. (denk er aan…..deze tekst is opgemaakt in 1995, straks gaan we terug in de huidige tijd).

 Hoe kan je een exoplaneet vinden? Er zijn verschillende manieren waarop het bestaan van exoplaneten kan worden aangetoond. De eerste is te meten of er een wijziging in de draaiing van een ster zit. Die zou worden veroorzaakt door de sterke getijdenwerking tussen de ster en de exoplaneet.  Een tweede manier die soms wordt gebruikt om de aanwezigheid van een exoplaneet aan te duiden is het feit dat de planeet een deel van de ster afdekt als hij in zijn omloopbaan tussen ons en de ster komt te staan. Op deze manier verandert de lichtintensiteit van de ster in een specifieke manier en kan men ook een berekening maken van de planeet. Vereiste is natuurlijk dat de baan van de planeet in “line of sight” is, m.a.w. de planeet trekt effectief voor de ster door. Lichtintensiteit neemt af…. Het probleem met planeten rond andere sterren is dat ze, zelfs met de sterkste telescopen op aarde, niet zichtbaar zijn. Ze stralen namelijk zelf geen licht uit, maar weerkaatsen slechts het licht van de ster. Aangezien de planeet meestal relatief dicht bij de ster staat overstraalt deze laatste de andere in duizendvoud.

 Een andere manier van detectie is het gebruik van een gemeenschappelijk zwaartepunt. De aanwezigheid van een planeet kan ook afgeleid worden van de zwaartekracht die hij uitoefent op de ster in kwestie. Een voldoende grote planeet zorgt er namelijk voor dat de ster zelf ook een beetje in de richting van de planeet wordt getrokken en op die manier roteren ze eigenlijk rond een gemeenschappelijk zwaartepunt. Door gebruik te maken van het dopplereffect kan de beweging van de ster gemeten worden. Hiermee kan de baan en de geschatte massa van de exoplaneet worden berekend. De eerste echte exoplaneet is ontdekt in 1995 en kreeg de naam 51 Pegasi mee. Hierna zijn nog tientallen andere ontdekkingen van exoplaneten gedaan, tot heuse planetenstelsels toe, bijvoorbeeld  Upsilon Andromedae. De zoektocht naar planeten buiten ons zonnestelsel gaat nog altijd voort en door de voortdurende verfijning van de apparatuur worden ook steeds kleinere planeten ontdekt. In augustus 2004 werd een nieuwe fase ingezet met de ontdekking van een exoplaneet van slechts 14 aardmassa’s, waarvan voor het eerst verwacht wordt dat dit een terrestrische planeet  zal zijn. Er moet wel vermeld worden dat de meeste van deze planeten gasreuzen  zijn (zoals onze planeet Jupiter) en dus niet bewoonbaar zijn, noch geschikt om op te landen. Een eigenaardigheid wat de astronomen bezighoudt is ook dat deze reuzenplaneten bijna allemaal zeer dicht bij hun ster staan in vergelijking met ons zonnestelsel. Een mogelijke verklaring kan natuur lijk wel zijn dat we nu alleen de planeten vinden die dicht bij de ster staan en deze ook sterk beïnvloeden. Het zou later evengoed kunnen blijken dat deze eerder uitzondering dan regel zijn. Om de zoektocht naar planeten, die meer op onze aarde lijken uit te breiden, werkt Nasa aan de Kepler-missie .

 In 2001 richtte een Pools team de 1.3m Warsaw Telescope in Chili naar het centrum van de melkweg. Gedurende 32 nachten bestudeerde ze het zwakke licht van 52.000 sterren. Hun doel; het vinden van planeten. Eén ster viel op. Op een afstand van 5000 lj straalde de ster met een schijnbare magnitude van m16,6. Men zag een lichte daling in helderheid die regelmatig terug kwam. De cyclus duurde telkens exact 108 minuten en herhaalde zich elke 1,2 dagen. Men was niet zeker en schakelde een ander team in op de Keck sterrenwacht in Hawaii. In januari 2003 bevestigde dit team aan de hand van dopplerwaarnemingen de allereerste ontdekking door middel van bedekking en confirmeerde een Jupiterachtige planeet.

 OGLE-TR-56b. Opmerkelijk bij deze ontdekking was dat de omlooptijd van deze planeet (1,2 dgn) uitkomen op een afstand van 3,2 miljoen km van de ster wat maakt dat haar oppervlaktetemperatuur rond de 3000 graden zit, bijna zo heet als het oppervlak van sommige sterren. De nieuwe planeet OGLE-TR-56b komt voor in de lijst van 120 andere exoplaneten, ontdekt de afgelopen  jaren De ontdekte planeten verschillen in massa. De zwaarste tot nu toe, heeft 17 Jupitermassa’s, terwijl de lichtste een heel klein beetje meer dan 1/10e van de Jupitermassa heeft. (Nogmaals….bovenstaande teksten refereren naar de periode1986- 1995). Massa en kansen. De meest intrigerende ontdekking van de studie aan data van planeetproducerende  sterren komt van de massa. Het lijkt dat, hoe massiever een ster is, hoe meer kans op planeten.Type M-dwergsterren met massa’s van 1/10e tot 1/3e van onze zon hebben geen planeten. K-sterren met een massa van 30 tot 70% van onze zon hebben 3 tot 4% kans op planeten. G-sterren, zoals onze zon, hebben tot 7% kans op planeten. F-sterren, 30 tot 50% zwaarder dan onze zon, komen uit op 10% kans op planeten. Nog een selectiepunt: enkelvoudige sterren hebben meer kans op planeten dan meervoudige stersystemen. Binaire sterren en dan zeker de korte binaire stelsels geven planeten geen kans op overleven. De planeten in een dergelijks systeem zullen heel waarschijnlijk weggeslingerd worden. Sommige wetenschappers vermoeden exoplaneten bij bijna alle enkelvoudig sterren. Tenslotte, de samenstelling van een ster is ook belangrijk. Al in het begin vermoedde men dat, om planeten te huisvesten, een ster op z’n minst even rijk in complexe atomen moet zijn als onze zon. Deze complexe atomen, zeg maar zwaardere metalen, zijn het resultaat van gevorderde sterevolutie, waarin elke nieuwe generatie haar materiaal afstaat ter verrijking van de nieuwe generatie. Recente ontdekkingen bevestigen deze stelling; na slechts 9 jaren van onderzoek kan men stellen dat 20 tot 30% van alle sterren, vergelijkbaar met onze zon (met een hoger metaalgehalte), planeten onderhouden. Dit percentage hoopt men door verder waarnemingen op te trekken. Waar ga je exoplaneten zoeken? We zagen het al, de beste jachtvelden voor exoplaneten zijn de jonge metaalrijke regionen in de spiraalstelsels. Bolhopen, daarentegen zijn magere jachtvelden. Het ontbreken van stof en gas maken dat er geen vorming van een accretieschijf kan plaatsvinden ( en toch….we kennen een planeet in bolhoop M4). Nog meer kans maak je als je gaat zoeken in de rustigere delen van een spiraalarm. Minder massieve sterren kunnen hier rustig planetaire stofnevels uitscheiden, de voedingsbodem voor planetaire stofschijven. Een ander voordeel in de rustigere gebieden is het ontbreken van massievere sterren in de buurt die door hun aantrekkingskracht een planeet in vorming kan verstoren.

De jacht is open! Exoplaneten zoeken is een werk van lange adem. Nasa heeft plannen voor diverse planeetzoekers. Eén daarvan is de Keplermissie, gelanceerd  in 2007. Kepler gaat kijken naar transits en heeft meer dan 150.000 sterren op haar waarnemingsprogramma. In 2014 start men het tweedelige Terrestrial Planet Finder, het meest ambitieuze project van allen. TPF zal binnen een straal van 45 lichtjaren het zwakke licht van aardachtige planeten analyseren (dit programma is on hold gezet). Tot nu toe zijn er nog geen aardachtige planeten ontdekt, maar dat kan enkele een kwestie van tijd zijn. Men vindt zoals gewoonlijk eerst de reuzen, dan pas de kleintjes. HARPS is een Europese onderneming die al 75 exoplaneten op haar conto heeft weggeschreven, SuperWASP op La Palma, nog een successtory, een opstelling met 8 supergevoelige CCD-camera’s die vanaf de Canarische eilanden de hemel afspeuren en de ene na de andere planeet registreren. Exoplaneten, zoals planeten buiten ons zonnestelsel heten, worden wel vaker gevonden. Meestal zijn het gasreuzen, groter nog dan Jupiter, die in krappe baantjes rond hun ster draaien. Ze heten daarom ‘hete Jupiters’. Ze verraden zich doordat hun bewegingen kleine schommelingen in de baan van de ster veroorzaken. Die uiten zich als kleine verschuivingen in spectraalopnamen van de ster.  Ook kan de aarde tegen het omloopvlak van zo’n planeet aankijken. Als dat zo is, trekt de planeet regelmatig voor zijn ster langs. Eventjes wordt de ster daardoor wat zwakker  en dat verraadt de planeet.

Er zijn momenteel (2008) 135 exoplaneten met zekerheid geïdentificeerd, maar de meeste zijn “hete Jupiters”. Hun massa gelijk die van Jupiter, soms groter, en hun banen zitten heel kort op de ster. De ontdekking van exoplaneten met massa’s vergelijkbaar met Neptunus brengen de waarnemers in een transitzone op weg naar het ontdekken van aardachtige planeten. Hogere resolutie zal zeker nodig zijn om deze barrière te doorbreken. De samenstelling van Neptunusachtige planeten is onbekend. De planeten kunnen gasreuzen zijn, net als onze Jupiter en Saturnus en net als bijna alle bekende exoplaneten, tot nu toe. Maar met een massa, gelijk aan die van Neptunus, rijzen er nieuwe mogelijkheden. De planeten zouden een rots- of ijsachtige kern kunnen hebben met daarboven een dikke laag waterstof en helium, net als Uranus en Neptunus. Het zou ook kunnen dat deze planeten massieve brokken van rots en ijzer zijn, net als Mercurius. Juli 2003. Astronomen ontdekken een eigenaardige wobbeling in de baan van Gliese 436, een rode dwerg. Gliese 436 ligt in het sterrenbeeld Leeuw op een afstand van 33 lichtjaar. Het spectrum van deze koele, lage massa-ster toonde aan de zwaartekracht van een ongezien object een lichte wobbeling veroorzaakte in de omloop van de ster. Gliese 436 heeft ietwat minder dan de helft massa van onze zon en is meer dan 3 miljard jaren oud.  Een andere Neptunusachtige planeet zit in omloop rond de ster 55 Cancri. De planeet heeft ongeveer 18 x de aardmassa en, rekening houdende met de drie voorheen ontdekte planeten rond deze ster, is de eerste bekende ster die 4 planeten herbergt.  Aan de andere kant, na de ontdekking van enkelvoudige planeten rond een ster, komt men nu meer en meer aan tot het ontdekken van ganse planetenstelsels, vergelijkbaar met de planeten rond onze eigen zon.

 De leefbare zone, nog een belangrijk gegeven. Als we aardachtige planeten gaan zoeken die in aanmerking zouden kunnen komen voor de ontwikkeling van leven, moeten enkele voorwaarden voldaan worden. De planeet zit bij voorkeur in wat we de leefbare zone noemen. Deze zone ligt op een afstand van de moederster verwijderd die garant staat dat water (als er water aanwezig is, natuurlijk) in vloeibare vorm kan bestaan. Niet te kort bij de moederster, want te heet en zeker niet te ver weg, want te koud. We zagen middels verschillende voorbeelden dat de positie van de leefbare zone sterk afhankelijk is van het type ster. Een grote, sterke ster heeft meer stralingsdruk en de leefbare zone zal verder weg liggen. Een kleinen wzwak sterretje, daarentegen zal een korter afstand tot de leefbare zone hebben. Nu maken we een sprong naar het heden. Heel recent lazen we berichten zoals “ Sterrenkundigen hebben hun Heilige Graal” gevonden”. Bij de ster Gliese 581 is een planeet (Gliese 581g, staat nog niet op de afbeelding hiernaast)) ontdekt die zich in de zogeheten leefbare zone bevindt. Dat betekent dat er aan het oppervlak van de planeet vloeibaar water zou kunnen voorkomen. Er zóu dus iets kunnen leven…..  wat maakt dat we spreken over een potentiële levensvatbare planeet. We leggen de nadruk op “zou”, want we weten op dit moment nog maar heel weinig van  deze planeet. Eerlijkheidshalve moeten we vermelden dat we ten tijde van presentatie niet weten of de planeet al dan niet een gasplaneet is. Is er een atmosfeer? Allemaal zaken die nog onderzocht moeten worden. Moest toch blijken dat de planeet een gasplaneet is, dan hebben we een heel nieuw segment binnen de gekende planeten ontdekt; een kleine gasplaneet! De tijd zal het ons leren.

 Conclusie: men had als doelstelling planeten vinden buiten ons zonnestelsel; met vandaag 490 nieuwe planeten op de teller kunnen we dit geslaagd noemen! Toen stelde men de ambities bij: zoek een terrestrische planeet. De verfijning van waarnemingstechnieken en technologie hebben gezorgd dat, met de ontdekking van Gliese 581g, een kleine ( misschien aardachtige) planeet, op de juiste plaats, ontdekt werd. We blijven dit verder opvolgen!!

                                                                                                                             LBe

Vers van de pers: Vleermuizen vaak slachtoffer van windturbines

In Alberta (Canada) worden aan de voet van windturbines vaak dode vleermuizen gevonden dat bericht het tijdschrift “Scientific American”.  Dit plaatste onderzoekers voor een raadsel, gezien de opmerkelijke sonar- en vliegcapaciteiten waarover vleermuizen beschikken. Inmiddels zijn bij 92% van de slachtoffers – waarop sectie werd verricht –  inwendige bloedingen ontdekt. Dat leidde tot de conclusie dat het erg gevoelige ademhalingsstelsel van vleermuizen niet bestand is tegen de plotselinge luchtdrukdaling die in de nabijheid van ronddraaiende turbinebladen optreedt. De oorzaak hiervan is de hoge snelheid van de uiteinden van de bladen die kan oplopen tot 200 km/h. Vooral insectenetende trekvleermuizen worden er door  getroffen. Sommige natuurliefhebbers vrezen dat windturbines op termijn een destabiliserende uitwerking zullen hebben op het ecosysteem. . .            artikel  aangereikt door Jan Hermans

 

Verslag van de kijkavond 26 november 2010.

De eerste winterbuien waren al losgebroken boven België. Zoals altijd krijg je wat je verdient en dus bleef onze regio bespaart van de eerste winterse neerslag. Om 20.15 arriveerde Lambert met zijn kijker in Achel, aan de sterrenwacht. Er was al een hele groep kijklustigen ter plaatse. Het was koud en de hemel was ongeveer voor 50% betrokken. Tijdens het opstellen van de kijker werd het een beetje beter, geen kraakheldere nacht, maar werkbaar. Terwijl de voorzitter enkele mensen rondleidde op de sterrenwacht begonnen op de grond de problemen. De kijker van Lambert nam een heel eigenaardige reeks referentiesterren. Terwijl dit gebeurde rees het vermoeden dat er iets mis was. Na het uitrichten keken we tegen een enorme offset aan. Opnieuw uitlijnen was de boodschap. Na de tweede keer volgde de derde, de vierde, de……Er was duidelijk iets mis. Tijdens het” uitlevelen” van de kijker (automatisch waterpas zetten op de drie assen) bleek dat er een horizontale kanteling van een x-aantal graden te zien was. Niet goed….Na verloop van tijd begon iets te dagen. Snel even in het setup-menu de datum en tijd nagekeken, en ja….de kijker stelde zich af in zomertijd in plaats van wintertijd. Er was nog geen commando gegeven om zich om te zetten naar wintertijd. Nu kan je de vraag stellen: “waarom verzet hij zich niet automatisch van zomertijd naar wintertijd?” Het antwoord is even simpel: dit type kijker is overal te wereld actief en niet overal gebruikt men zomer- of wintertijd, vandaar de optie om dit niet automatisch te laten lopen. Het gevolg van deze misstappen was dat de PPEC-database van de kijker overhoop zat, met ernstige gevolgen naar de afstelling. (PPEC = Personal Periodic Error Corrector, een database met persoonlijke verfijningen in het uitrichtprogramma)

 Terwijl Lambert druk bezig was met de eerste stappen van de kalibratie (alles opnieuw afstellen en afchecken) bracht ons nieuw lid Sammy Presutto zijn kijker ter velde. Een Bressner 150 mm met een brandpunt van 760 mm op een equatoriale montering (zie afbeelding). De kijker werd opgesteld met de hulp van enkele Noorderkroners, die ook na enig zoekwerk de poolzoeker “up and running” kregen. De kijkertube werd aangekoppeld en men kon al snel genieten van de eerste beelden van Jupiter. Ondanks het feit dat de hemel begon dicht te trekken kon men blijven werken met de kijker van Sammy. Een schitterende kijker! We gaan Sammy volgende meeting enkele flexibels schenken, dan werkt het nog beter. Wat een geluk……een kijker die wel werkte op de weide. Sammy had de kijkavond gered!!! Tegen middernacht was de richtafwijking van de Cassegrain al een flink deel verbeterd, maar nog niet goed. Tijdens de zoveelste run trok de hemel helemaal dicht, het signaal op de stekker er uit te trekken en de boel op te ruimen. Toen alles in de auto geladen was, trok de hemel terug open en was het weer helder. Het zal voor een volgende keer zijn. In het kort gezegd, het was jammer dat we Cass niet op dreef kregen, het was fijn Sammy in ons midden te hebben en, naast het gegeven dat iedereen de eerste winterkoude had ervaren, iedereen ging tevreden naar huis (’t is te zeggen….bijna iedereen!!).

Nagekomen bericht: Daags (of liever gezegd “de nacht-“) na de feiten is Lambert terug op pad gegaan en de ijzige koude getrotseerd in een ultieme poging om Cass terug op de rit te krijgen. Van 22.00u to 04.00u duurde het om het hele systeem te resetten, opnieuw te calibreren en te testen. Opdracht gelukt! Een paar afbeeldigen die die bewuste nacht gemaakt werden (focus lag op de Orionnevel).

 

Nogmaals dank aan Sammy Presutto voor het redden van de avond!!!!

 

 

FinePix S3Pro sized_DSCF8989.JPG

NIKON D7000sized_nikon maas 047.JPG

sized_Orionnev.st.jpg

sized_orionnevel 3.st.JPG

Nikon D7000, first light at night

Tijdens de fotografische sessie die Lambert en Job ondernamen om komeet Hartley te fotograferen viel op dat de ISO-waarde (grens in dit geval) bepaalde hoe de foto er uiteindelijk uit zou zien. Lambert nam de eerste beelden met zijn FujiFilm FinePix S3Pro (ISO 100-1600), lens Sigma APO 50-500,  aangedreven door de Cassegrain. Na een vijftal beelden was het de beurt om de camerabody van Job, een FujiFilm FinePix S5Pro (ISO 100-3200) te koppelen aan de Sigma APO 50-500 (kwestie van gelijke optiek, ter vergelijking) en het testen kon beginnen. Job begon met dezelfde instellingen als de camera van Lambert om dan vervolgens de waarden op te schroeven naar 3200 ASA. De resultaten waren verbluffend! Een massa meer details op de foto’s van Job. Komeet 103P/Hartley was probleemloos te vinden op de opnames. Nu had Lambert een probleem….zijn camera geeft als uiterste ISO-waarde 1600. Geen ruimte op dit op te schroeven. Hoe dit oplossen? Even contact nemen met een Henri Rooymans, een beroepsfotograaf uit Budel (is al decennia lang onze steun en toeverlaat bij dergelijke problemen). Henri adviseerde, na een gesprek over ISO-waarden, om eens even te wachten tot eind oktober, begin november, de officiele verkoopsrelease van de Nikon D7000. De Nikon D7000, een nieuwe camera van Nikon dewelke een brug slaat tussen de amateurcamera en de professionele camera, met heel wat nieuwe technologieën en allerlei snufjes. Het belangrijkste aan deze camera? De ISO-waarden: van 100 tot …….12800 ASA!!!! Wat moet dat geven als je terugkijkt naar de testen die Job en Lambert ondernamen?

5 November, de fotograaf belt, “de camera is binnen”. Ja, de camera was binnen, werd meteen afgehaald en toen werd uitgekeken naar een testwindow. Helaas…..zoals bijna altijd…het weer zat niet mee. Geen buitentesten, wel binnen aan het werk om de camera te leren kennen. Heel belangrijk, want sukkelen in het donker is ook niet leuk.

7 November was het zover. Eindelijk een redelijke (niet super) sterrenhemel, al was het wel zoeken naar openingen, die zich af en toe afwisselde. Niet getreurd, aan de slag…qua test maakt het toch niet veel verschil. De allereerste opnames werden genomen met de instellingen die ik gewoonlijk gebruik als ik met de S3Pro werk. Het resultaat?   Diep bedroevend……..de opname was als bloeddoorlopen, zo rood gekleurd. Proberen andere settings in te schakelen, maar geen verbetering. Later in de nacht viel mij ineens in wat er gebeurd was. Ik fotografeerde in de tuin en de camera registreerde niet alleen sterren, maar ook het aanwezige strooilicht en versterkte dit, dank zij de nieuwe technologie die deze camera gebruikt. Even alle setting overdenken, andere waarden uitschrijven en opnieuw starten met de testen.

10 November, een open hemel als voorbode op een naderende storm, een klein uurtje de tijd om de nieuwe settings te testen. De resultaten waren verbluffend. De omstandigheden waaronder gewerkt werd waren niet hoogstaaand, Qua duisternis kan het nog een heel stuk beter en toch waren de opnames meer dan bevredigend. Een opsteker voor de volgende run. Hieronder enkele impressies van de mogelijkheden van de camera. Denk wel: dit zijn nog maar de allereeste opnames, naarmate ik de camera leer kennen hoop ik (ben er zeker van) op verbetering in stijgende lijn.

NIKON D7000sized_test nikon 4 010.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 029.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 043.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 015.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 018.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 045.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 047.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 032.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 051.JPG

NIKON D7000sized_test nikon 4 017.JPG