Alle berichten van Noorderkroon

Things to see in the night…

FinePix S3Pro sized_DSCF8319.JPG

 

Opname van de Ringnevel

 

 

 FinePix S3Pro sized_DSCF8329.JPG

 

 

 

 

 Opname van Jupiter

 

 

 

 

 

FinePix S3Pro sized_DSCF8486.JPG

 

 

 

 

 Opname van M27, de Halternevel.

 

 

 

 

FinePix S3Pro sized_DSCF8512.JPG

 

 Opname van X en h Perseus, de dubbelen open sterrenhoop.

 

 

 

 

 

 

 

FinePix S3Pro sized_DSCF8514.JPG

 

 De laser tast de hemel af op weg naar…..

 

 

 

 

 

 

 

FinePix S3Pro sized_DSCF8520.JPG

…..M 45, de Pleiaden.

Een onvergetelijke nacht!!!!

Verslag van de kijkavond 3 september 2010.

“Wat is de definitie van een  kijkavond?” Een kijkavond is een op voorhand geprogrammeerde activiteit ( die wel eens (….) in het water kan vallen). In de planningsfase wordt afgesproken wie voor de optische middelen zorgt en wat er op het waarnemingsprogramma staat. Voor de kijkavond van 3 september hadden we aan onze voorzitter gevraagd zijn lenzenkijker ter beschikking te stellen  zodat we op jacht konden gaan naar de planeten Jupiter – Uranus en Neptunus.

 De volgende vraag is: “wat is een geslaagde kijkavond?”. Het antwoord: “3 september 2010!!!”.  Aan alle voorwaarden werd voldaan: het was helder, niet vochtig, niet te koud en we waren zo goed als voltallig aanwezig op de sterrenwacht. Met enige vertraging kon de lenzenkijker opgesteld worden, we hadden vóòr dat moment al een groepje van vier bezoekers achter de rug. Tijdens het uitrichten van de koepel raakte Paul gekwetst, volgens hem niet erg (echte mannen, hé?). Toch blijft het hanteren van de koepel in het duister een gevaarlijk karweitje. We moeten afschermplaatjes aanbrengen om erger te voorkomen.

 Terwijl er onder de koepel met de refractor gekeken werd, bouwde Job en Lambert de Cassegrain op. Tijdens het afstellen van de kijker vielen al enkele meteoren op. In eerste instantie dachten we aan Tauriden maar het waren Alfa Aurigiden; heel snelle, maar heldere meteoren (we zagen er méér dan Perseiden,). Op heel korte tijd: een Irridium-satelliet  en het ISS. Een veelbelovende start van de kijkavond afgelopen zomer. Job en Lambert hadden problemen om de kijker afgesteld te krijgen: de sterrenwacht stond in de weg! Na een tijdje was de afstelling wel goed zodat begonnen kon worden met de scherpstelling van de camera. Een handig nieuwigheidje op de Cassegrain is een groene laser. Een heel handig bepaalde ding om  te aan te wijzen en uit te richten (camerahoek, e.d.). Een dubbele elektronische  antidauwkit maakte dat de kijker operatief kon blijven tot aan de ochtend. Dat was in het verleden wel eens anders. Te veel dauwneerslag maakt e al snel een einde aan een waarnemingssessie. Is dus  nu verleden tijd!

 Terug naar de waarnemingen: onder de koepel vond men – zonder goto-opstelling – de planeet Uranus, waarvoor chapeau! Voor sommigen onder ons was het de eerste keer dat ze deze planeet zagen. Onder de toren, bij de opstelling van Job en Lambert deden we er nog een schepje boven op: we keken (en fotografeerden) Jupiter, Uranus en Neptunus. De doelstelling van de kijkavond werd volledig gerealiseerd. Onder de vele andere objecten die we zagen en op de “gevoelige plaat” legden onthielden we voornamelijk de Halternevel, de Ringnevel, bolhopen M2 – M15, open sterrenhopen x-h Perseus, M56, M29, M39, M103, nog meer Messiers objecten,  diverse Caldwell-objecten,  NGC’s , zelfs IC’s. Het was, zoals eerder gezegd werkelijk een topnacht. Alle objecten werden gefotografeerd. Rond 01.00u werd de refractor afgebouwd en een deel van de waarnemers keerde tevreden huiswaarts. Leuk was om te zien dat sommige moeite hadden om te vertrekken: nog heel even blijven want de Helixnevel komt net achter de boomtoppen uit! Tony bleef nog tot 02.45u met Lambert doorwerken aan de Cassegrain. Tegen de klok van 04.30u was ook de laatste deelnemer klaar om de reis huiswaarts aan te vangen, heel tevreden terug kijkend naar wat zeker één van de topnachten in de waarnemingsannalen van het bestaan van Noorderkroon was.

 Dank aan alle aanwezigen en aan hen die met de terbeschikkingstelling van hun materiaal hebben gezorgd voor onvergetelijke indrukken en primeurs. Het was zoals het hoort! Op naar een volgende sessie…

                                                                                                                                    Lambert

Things done this summer…..

Verslag van de activiteiten van augustus 2010.

 Administrativa

   Jan en Lambert hebben hun tweede werkvergadering van de Nacht van de Duisternis achter de rug. Het programma is nu heel concreet en zal één dezer dagen op een bijeenkomst uit de doeken gedaan worden. We zoeken nog mensen om enkele taken op zich te nemen. Job zal als extra ondersteuning meedraaien in de werkgroep.

 NASA stuurt ook nog in 2011 shuttles de ruimte in. 

De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA heeft de twee laatste vluchten met shuttles uitgesteld tot begin 2011. Bovendien is het niet uitgesloten dat de Discovery en de Endeavour nadien opnieuw een reis naar de sterren aanvatten. In 2003, vlak na de catastrofe met het ruimteveer Columbia, werd er in de Verenigde Staten besloten dat er in 2010 voor het laatst shuttles zouden gelanceerd worden. De ruimteveren zijn nu al bijna dertig jaar oud. De risico’s nemen alleen maar toe. De Discovery en de Endeavour zouden dit jaar nog een laatste keer naar het internationale ruimtestation ISS vliegen, maar NASA zou meer tijd nodig hebben om de toestellen lanceerklaar te krijgen.  De reis van de Endeavour is voorzien voor februari. Tegen dan zal het shuttle-programma al bijna dertig jaar oud zijn.   NASA denkt er echter intussen aan om ook de Atlantis weer op te lappen voor een vlucht in juni 2011. Nochtans werd die shuttle naar de kant gehaald, en mocht ie enkel dienen als reserve-ruimteveer. Volgens hardnekkige geruchten zouden de shuttles nu minstens tot 2015 in dienst blijven.                                                                                                                                                        Aangereikt door Jan Hermans

Rosetta succesvol in maken beelden van asteroïde Lutetia

De Europese komeetsonde Rosetta heeft er een succesvolle scheervlucht langs de asteroïde Lutetia opzitten. Zaterdag vloog Rosetta aan 15 kilometer per seconde op nauwelijks 3.162 km van Lutetia. Die 4,5 miljard jaar oude asteroïde bevindt zich op circa 450 miljoen km van de aarde. Volgens het Europese Ruimtevaartbureau ESA werden 400 foto’s genomen. Die tonen de vele kraters die Lutetia rijk is. Tegelijk werden allerlei instrumenten ingeschakeld om informatie te bekomen: camera’s die golflengten kunnen meten, spectrometers enzoverder. Er werden ook tests gedaan inzake magnetische velden.  Op 10 november 2014, na een reis van 7,1 miljard km, moet Rosetta zijn eindstation bereiken: de komeet Churyumov-Gersasimenko. Op die komeet zal een lander uitgezet worden.

                                                                                                                                                                        Aangereikt door Jan Hermans

Verslag van de Perseiden 2010.

 

12 augustus 2010, hoog gespannen hoop, want de Perseiden van 2010 zouden doorgaan in volledige afwezigheid van de maan. Tevens de berichten dat de baan van Saturnus verantwoordelijk zou zijn voor een verhoogde activiteit (we spreken nog niet van een “storm”) en…..we hadden alle Belgische weervrouwen en weermannen mee. Zelfs de buienradar riep ons op om ( vol goede moed en heldhaftig ) uit te rukken. Ok, de signalen waren er…..de wolken ook, maar daar lieten we ons niet door tegenhouden. De volgende stap….de waarnemingszetel vanonder het stof halen, de auto afgeladen vol met dingen die wel eens van pas zouden kunnen komen (barbecue vergeten…volgend jaar beter?): warme kleding,  koffie, muggenspul, sterrenkijker en camera’s (men wil ook wel eens wat fotograferen…), de voeding van de kijker, enkele laptops, een spanningsomvormer, een haarföhn voor eventuele dauwneerslag, rode verlichting, etc. Nu nog snel opstellen en dan genieten van een nooit eerder geziene presentatie van de Perseiden 2010…..  We waren met z’n zessen in het veld en zochten allemaal even hard naar spaarzame openingen in die heel eigenaardige – want niet voorspelde – bewolking. Heel af en toe zagen we een enkele ster, dan ineens wel tot drie stuks (sterren, wel te verstaan!). Kortom… het was beneden alle peil! Onze conversaties, daarentegen, waren van een heel hoger niveau. We bezigden ons (tussendoor) met het berekenen van de theoretisch maximale snelheid van een raket, conventioneel aangedreven. Het antwoord was een pak moeilijker dan het stellen van de vraag, zoveel was duidelijk!   Intussen liep de Perseidenshow gewoon verder, of er niks aan de hand was (niet dat we het verschil merkte), maar kom, een zeurpiet die daar over valt. De groep waarnemers viel uiteen rond een uur of één. Op onze tellijst niet minder (maar zeker niet méér..) dan….jawel…. 4 stuks. De vierde die we zagen was wel een hele mooie, als dat al een troost kon zijn.  Lambert hield nog vol tot 04.30u (er was een heel korte opklaring rond de klok van 03.30u, hoera!!!), maar kon de teller niet veel hoger brengen. Een heel trieste balans: het maximum van de Perseiden 2010 kwam neer op een kleine 10 meteoren. Je zou het tellen voor minder opgeven. Laat ons volgende keer maar een maan op de koop toenemen, als het maar helder en open is.  Blijf  er in geloven en op een keer zal het gebeuren; een heuse meteorenstorm!!!!

 Daags nadien,13 augustus was het  na een fikse regenbui wonderwel helder daags na onze geplande actie(zoals wel eens vaker voorkomt). Individueel de schade inhalen was de boodschap en zodoende trok Lambert voor de vierde nacht op rij uit om eindelijk eens te kunnen genieten van de Perseiden. En jawel…..aanhouders worden beloond, een hele schare van meteoren was zichtbaar doorheen de nacht. Vele zwakke, maar toch ook enkele die de moeite waard waren. Omdat er een fotografisch experiment op het programma stond heb ik niet alle meteoren kunnen waarnemen. Tijdens het belichten, daarentegen, werd de halve hemelbol afgespeurd. Enkele meteoren waren zelfs zichtbaar in het beeldveld van de Cassegrain. Opvallend was dat, door het ontbreken van de maan, zelfs de hele zwakke meteoren gezien werden.  Ik heb geen exacte telling, maar ik schat toch een kleine 50 stuks gezien te hebben (boven op de vier stuks van daags voordien!). Niet dat deze actie heel veel goed maakt, maar toch….beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (of zoiets….).

                                                                                                                                                                                                  Lambert

Veldwerk door Noorderkroners.

 

 Nog enkele resultaten van een experiment met een zelfbouw koppeling tussen camera en kijker, gefotografeerd in het primaire brandpunt van de 25 cm Schmidt-Cassegrain. Onderstaande resultaten zijn de eerste opnames. Scherpstellen blijkt een moeilijke onderneming. Er worden ongeveer 10 testopnames gemaakt voordat de gewenste scherpte bereikt is (nadien op de computer valt het toch weer een beetje tegen…) en de optiek vergrendeld kan worden. Dit is voornaam omdat bij een niet vergrendelde hoofdspiegel de optische as een weinig kan kantelen bij het verplaatsen van het waarnemingsveld.  M92 in het sterrenbeeld Hercules. Het is, net als grote broer M13, een bolhoop. Opmerkelijk aan deze minder gekende bolhoop is dat hij compacter is dan M13 en ook een relatief heldere en densere kern heeft. Zoek deze bolhoop boven de rechterschouder, tussen op armen van Hercules.

M57, de Ringnevel in het sterrenbeeld Lier. Op de originele opname zie je duidelijk de gekleurde uitlopers (lobben) aan de boven- en onderkant van de ring. Op het origineel komen de kleuren rood, oranje en groen heel duidelijk over.

M13 in het sterrenbeeld Hercules. Dit is voor ons ,noordelijke halfronders, de meest bekende en tevens de grootste bolvormige sterrenhoop. Een heel dankbaar object dat bij heldere, transparante lucht, zelfs met het blote oog gezien kan worden. Vergelijk eens met de opname van zijn kleinere broertje, M92 en je ziet meteen dat deze bolhoop immens groter is.

Alle opnames – besproken hierboven – moeten nog ingevoegd worden.

 

Waarneming van een bolide!  Nog meer veldwerk; 20 augustus 2010. Op vrijdagochtend om 05.45u zag Job Beeren een vuurbol, groen van kleur. De baan ging van noordwest naar noord, onder een hoek van 45° naar beneden. Job maakte dezelfde dag  melding van deze waarneming! Dit doet ons sterk denken aan de vlammende bolide die we in de jaren 90 zagen tijdens onze Perseidenwaarneming,…..Sommige dingen zijn dus iets meer dan een “once in a lifetime”.

Bezoek Scouts Sint Joris.

Verslag bezoek Scouts St Joris 04 augustus 2010.

 

In de aanloop van de zomervakantie werd er druk over en weer gemaild tussen de leiding van de Scouts Sint Joris  en het bestuur van Noorderkroon. Doelstelling was het tot stand brengen van een kampactiviteit in het kader van de vallende sterren.

 

Het secretariaat van Noorderkroon deed een oproep aan de leden ter ondersteuning. Er werd zeer positief op gereageerd. Op  woensdagavond om 21.30u waren een vijftal Noorderkroners druk bezig de voorbereidingen te treffen. Stipt om 22.00u kwamen de scouts aan; een groepje van 9 personen, leiding inbegrepen. De leeftijd van de deelnemers varieerde tussen 11 en 14 jaren (uitgezonderd de leiding, natuurlijk!).

 

Na de verwelkoming, aan de voet van de sterrenwacht, werd even aandacht besteed aan de bouw van de sterrenwacht, waarom de centrale zuil los staan van het gebouw en de toren. Eenmaal in de sterrenwacht gingen we van start met de uitleg over de werking van een sterrenkijker. We hadden de lenzenkijker opgesteld en tevens de beschikking over de kringkijker (Newton) zodat al snel één en ander duidelijk werd. Het verhaal ging naadloos verder (moest wel, want buiten was het helaas bewolkt…) met enige uitleg over alle objecten die we kunnen zien door een sterrenkijker. Na een dik uurtje uitleggen (interactief uitleggen) kregen de aanwezigen ruimschoots de gelegenheid tot vragen stellen. Vragen die, zo bleek, getuigden van diepgaande interesse, werden zonder problemen beantwoord.  In het kader van de nakende Perseiden hadden we de nadruk op “vallende sterren” gelegd. Wat zijn het en hoe kan je ze zelf waarnemen. We hebben de groep van informatie en een sterrenkaart voorzien, zodat ze zelf een kampactiviteit rond “vallende sterren” kunnen organiseren. Tegen middernacht sloten we, na een applaus van de gasten, de avond af. We hebben laten weten hen steeds van dienst te zijn, als ze in de buurt gekampeerd liggen. Dank aan de aanwezige leden van Noorderkroon voor de ondersteuning!

                                                                                                                      Lambert

Nog een zwoele nacht….

Een redelijk heldere avond en goede vooruitzichten. Genoeg redenen om nog eens uit te rukken met de volledige uitrusting. Doel was wederom fotograferen, maar de extreem hoge vochtigheid na 02.00u maakte dat na elke opname de lenzen ontdauwd moetsen worden (in een tempo, bijna niet bij te houden.

Al met al geen topnacht, qua fotografie, maar een absolute knaller betreffende het visuele. Nevels zoals de Zwanenevel waren ongezien scherp te bekijken (en fotograferen). Hieronder enkele indrukken en resultaten.

C-1 sized_P7110009.JPG
C-1 sized_P7170008.JPG
C-1 sized_P7170010.JPG
sized_kijkavond juli 2010.jpg

zomeragenda 2010…

 

! ! ! Uitnodiging !!!

 

 Beste vrienden,

              Net als alle voorgaande jaren maken we ons klaar om ten volle te genieten van  (voor de meeste onder ons…) een welverdiende (en broodnodige…) rust. Aangezien we momenteel met wel heel korte nachten zitten heeft het weinig of geen zin om een kijkavond te organiseren. Onze eerstvolgende activiteit zal doorgaan op de sterrenwacht, onder de noemer “Perseiden 2010”. Dit jaar moeten we er een feest van maken. Er zal helemaal geen maan zijn….dus de ook de zwakkere meteoren zullen zichtbaar zijn. Noteer alvast  12 augustus  in je agenda! We beginnen de actie op 12 augustus om 22.00u. Kwestie van nog een beetje daglicht te hebben als we de stellingen innemen! Tot dan…

             Het bestuur

Vakantie!! 

Enjoy!!!!

Verslag van de bijeenkomst van 25 juni 2010.

Administrativa

 •·       In  oktober 2010 zal de nacht van de duisternis doorgaan. De eerste werkvergadering is al achter de rug en het programma begint vorm te krijgen. Noorderkroon zoekt voor die activiteit een stuk of 5 leden die zich willen inzetten om er voor te zorgen dat ons gedeelte van het programma feilloos zal verlopen. We denken aan mensen op de sterrenwacht en enkele mensen die de gidsen van de wandelingen kunnen aanvullen betreffende het gedeelte van het planetenpad.

 Verslag van de zonneprojectie 12 juni 2010.

Wat eerst zware bewolking was, werd gelukkig tegen 16u een open hemel met daarin een stralende zon.  Later op de namiddag zou die stralende zon af en toe dichtgedekt worden, maar kom…..we hebben ons ding kunnen doen! Na het installeren, afstellen en bijstellen van de kijker kregen we al snel een mooi duidelijk beeld van de zonneschijf. Op het eerste zicht was het maar rustig gesteld op de zon, maar na enig “op en neer” geschuif van het beeld zagen we een groep heel fijne zonnevlekken. We projecteerden deze op het diascherm en ze werden meteen een stuk groter. Niet zo groot als vorig jaar, maar duidelijk een mooie groep! Nu de zonneschijf ongeveer een meter (we gingen tot 1.5m) groot was werd er nog een groep zichtbaar, helemaal onderaan. Boven in beeld zagen we een groep witte vlekken……later zagen we met behulp van de Mylarfilters dat hieruit twee heel kleine zonnevlekjes ontstonden. Deze waarneming bracht het totaal op  drie groepen van zonnevlekken. We hebben de rest van de zonneschijf heel intensief afgespeurd naar andere vlekken, maar niets gevonden.  Tijdens onze waarnemingen hebben we redelijk wat bezoekers (en jeugd!) over de vloer gehad. Zij genoten mee van beelden en uitleg. Tegen 19u sloten we de activiteit af en keerden huiswaarts.   (LBe)

 Verslag van de bijeenkomst van 25 juni 2010.

 Op de agenda stond een groepsbespreking over “sterrenprojecties”. We hebben deze bijeenkomst moeten aflasten vanwege het ontbreken van de groep. Van alle genodigden waren enkel Job, Jan en Lambert aanwezig. Franky kwam na negen uur, toen hadden we al besloten de bijeenkomst af te lasten.  Om de verplaatsing en het gesjouw met apparatuur toch niet helemaal voor niets gedaan te hebben besloten we er een terrasavond van te maken.  Jammer….sommige mensen hadden tijd en energie over om dit voor te bereiden.

                                                                                                            Lambert

 Vakantiestop 2010.

De afgelopen activiteiten hebben iets aangetoond…….het is zomer, de vakanties staan op het punt aan te vangen en de opkomst tijdens de vorige bijeenkomst was laag. Extreem laag…zo laag dat we besloten om de bijeenkomst af te blazen.. Misschien is dit een teken aan de wand en is het tijd om er tijdelijk de riem er even af te gooien. We besloten tot een vervroegde zomerstop die, net als alle andere jaren, haar einde zal vinden bij de aanvang van de Perseidenactie. Verder in dit blaadje kan je een klein artikeltje over de  kijkavond vinden. We hopen in elk geval op een stevige vertegenwoordiging op 12 augustus.

Een zomerstop is een periode van rust, even de zinnen verzetten en ander horizonten verkennen. Doch……we blijven niet stilzitten, ook niet tijdens de zomerstop. We blijven ons onverminderd inzetten in de popularisering van de sterrenkunde. Zo kan je in dit blaadje lezen dat we de Scouts 25 St Joris gaan opvangen en hun ondersteunen in iets wat blijvende herinneringen kan achterlaten bij de groep 11- tot13 jarigen die ons komen bezoeken.

Een goed bestuur kijkt vooruit, zomerstop of niet. Ook Noorderkroon zal tijdens de zomerstop verder werken zodat we nog tal van activiteiten op onze agenda kunnen plaatsen. De komende Nacht van de Duisternis is één van die activiteiten die onze aandacht verdienen. Geniet van je welverdiende rust, snuif zoveel mogelijk cultuur op tijdens je vakantie, reserveer ook eens enkele uren onder een “vreemde” sterrenhemel en deel die nadien met ons allen!

Voor de komende activiteiten wil het bestuur een beroep doen op jullie allemaal. Heb je tijdens je vakantie iets bezocht met een wetenschappelijke inslag? Maak eens een verslagje en presenteer dit eens! Ben je tijdens één van de onderstaande activiteiten thuis en heb je zin om ons te helpen? Niet twijfelen…..je hulp en aanwezigheid worden zeer op prijs gesteld.

Fijne vakantie!!!!!

Scoutsbezoek op de sterrenwacht.

Op woensdag 4 augustus verwachten we een groep scouts op onze sterrenwacht. We zullen hen wegwijs maken doorheen de sterrenhemel en leggen hen uit wat kometen en vallende sterren zijn.  De groep zal na het bezoek aan onze sterrenwacht op eigen houtje de Perseiden gaan waarnemen. Het is dus niet meer dan vanzelfsprekend dat wij, als sterrenkundige vereniging, er alles aan zullen doen om hun zo goed las mogelijk voor te bereiden op hun activiteit.

Heb je zin om mee te werken aan het ontvangen en begeleiden van deze groep, kom dan op 5 augustus tegen 21.30u naar de sterrenwacht. Alle hulp is welkom, uiteraard!

Nacht van de Duisternis.

 Jan en Lambert hebben in naam van Noorderkroon-Achel de eerste werkvergadering van de Nacht van de Duisternis (oktober 2010) bijgewoond. We hebben in ruwe lijnen het programma van de activiteit al op papier. Uitgangspunt is zoals vorige jaren nog steeds de sterrenwacht. Rond de vijver zullen tal van activiteiten plaatsvinden en er zal weer een geleide nachtwandeling zijn.

Een stuk van de nachtwandeling zal langs het eerste deel van het Planetenpad gaan. We kunnen
deze kans niet laten schieten en zullen tijdens dit stuk van de wandeling de nodige uitleg voorzien. Indien er slecht weer in het spel is zal Noorderkroon voor een vervangprogramma zorgen.

We doen een warme oproep aan mensen die op de sterrenwacht actief willen zijn, alsook een drietal mensen die de nachtwandelaars willen gidsen langs het Planetenpad. Let wel, enkel dat stukje van het Planetenpad, voor de rest van de wandeling zullen ervaren natuurgidsen de mensen door het duister leiden.

Wat moeten we verstaan onder het gidsen langs het Planetenpad? Heel summier, de mensen een gevoel van afstand en leegte bijbrengen. Aan het beginpaneel staan de planeten redelijk kort bij elkaar, maar hoe verder weg van de zon, hoe “leger” de ruimte wordt. Dit gevoel is enkele zinnen mee te geven aan de wandelaars. Een korte uitleg van enkele zinnen per paneel maakt dat eigenlijk ieder van ons deze taak op zich zou kunnen nemen.

 

In augustus is er een volgende werkvergadering; we houden jullie op de hoogte!

12 Augustus 2010, de Perseiden!!!!

Elke zomer trekt de aarde door de Perseïden meteorenzwerm, dit is een wolk van stofdeeltjes achtergelaten door de komeet Swift-Tuttle. De naam Perseïden is afgeleid van het sterrenbeeld Perseus dat rond middernacht aan de noordoostelijke sterrenhemel te vinden is. De meteorenzwerm heeft zijn oorsprong schijnbaar in dit sterrenbeeld. Vele stofdeeltjes komen dan in botsing met de dampkring van de aarde en veroorzaken kortstondig een lichtstreep aan de hemel.

In het vroege Europa werd deze meteorenzwerm de ‘Tranen van Laurentius’ genoemd. De naamdag van deze heilige valt op 10 augustus, op die datum in het jaar 258 zou hij op een gloeiend rooster doodgemarteld zijn. In sommige landen, vooral die waar naamdagen gevierd worden, gebruikt men deze naam nog steeds.

De Perseïdenactiviteit stijgt geleidelijk van enkele exemplaren per nacht eind juli, tot vele tientallen vallende sterren per uur rond het maximum in de ochtend van 13 augustus. Om deze meteoren waar te nemen is geen telescoop of verrekijker nodig: het volstaat om met het blote oog te kijken naar een willekeurige plaats aan de hemel. De meeste Perseïden zie je vanuit donkere plaatsen buiten de stedelijke gebieden, telkens vanaf middernacht. We maken nu al gebruik van dit maandblaadje om je te sensibiliseren, teneinde dit fenomeen samen met ons waar te nemen.

Wat staat er zoal op het programma?

  • Helemaal GEEN maan!! en buitenkans om dit hemels schouwspel in alle glorie te aanschouwen. Geen maan wil ook zeggen dat we (eindelijk…) ook een de zwakkere meteroren gaan kunnen zien, zeer in tegenstelling tot de vorige jaren.
  • Een ambiance om “U” tegen te zeggen. Genieten van sterren en sfeer in gezelschap van vrienden.
  • Op 12/13 augustus plenty (hopelijk..) meteoren en evenveel satellieten.
  • Een paar keer kans op het overvliegen van het ISS terwijl je op de eerste rij zit!
  • Een jarige voorzitter (na middernacht, althans..).
  • Kikkers, krekels en enkele occasionele uilen zorgen voor een nachtconcert.
  • En dit allemaal………GRATIS en voor niets!!!!

Wat kan er tegenvallen?

  • Het zou wel eens bewolkt kunnen zijn, maar daar gaan we NIET van uit.
  • Er zouden wel eens een paar muggen kunnen zitten. En dat is geen veronderstelling maar een FEIT, dus breng een beschermende spray of zalf mee. ’t Wil wel eens helpen.
  • Met een beetje pech vliegt er een vleermuis in je haren, hoogst onwaarschijnlijk, maar als het toch gebeurd was dat beestje heel zeker op jacht naar die dekselse muggen.
  • Je zou de kijkavond kunnen vergeten…… en meteen de leukste activiteit van het jaar missen (is dan je eigen schuld!).
  • Je kan door je ligzetel zakken (is al gebeurd…..).
  • Je kan aantreden in een T-shirt en een Bermuda, maar dan kom je om van de koude. Er waren in het verleden al mensen die ons uitlachten met deze waarschuwing. Die weten nu wel beter!!!!Zorg voor warme drank, kleedt je warm aan en geniet van de nacht!

Kortom: 12 augustus om 22.00u op de sterrenwacht………zorg dat je er bij bent. Misschien is een langverwachte piek van meteoren je beloning?

 Kwartaalagenda:

 Juli 2010:

Maandelijkse bijeenkomst: zomerstop

Kijkavond:                         zomerstop

Augustus 2010.

Maandelijkse bijeenkomst: zomerstop

Kijkavond:                         Perseiden op 12 augustus om 22.00u op de sterrenwacht.

Bezoek Scouts 25 St Joris op woensdag 4 augustus  om 21.30u.

September 2010.

Maandelijkse bijeenkomst: 17 september 2010 (20.15u in de Joy) Open agenda met o.a evolutie van het onderzoek naar het godsdeeltje, veilig opbergen van radioactief afval en als hoofdthema………..

 Kijkavond:                         3 september 2010 om 21.00u aan de sterrenwacht. Kijker te gebruiken: lenzenkijker voor Uranus, Jupiter en Neptunus. Pal in het zuiden kijken in de Boogschutter en de Schorpioen.

 

Bestuursvergadering op 7 september 2010 om 19.30u bij de voorzitter.

 

Op de valreep toch nog even een balletje opgooien richting  leden van het netwerk “niet geplande kijkavond”…….. wie neemt het initiatief? Ook al is het hoogzomer en zijn de nachten extreem kort, we hebben al aardig wat kansen links laten liggen. Nogmaals, elke activiteit die met waarnemen te maken heeft kan gemeld worden via SMS. Vergeet niet … in de zomer zijn de mooiste sterrenstelsels en nevel zichtbaar, al is maar voor heel even.

 

 

De lat een beetje hoger…..

Naar aanleiding van de vorige fotografiesessie (met een enorm storende maan) ging Lambert deze keer eens op pad terwijl er helemaal geen maan te zien was. Om delat nog een beetje hoger te leggen had Lambert voor zijn 50-500mm telelens besloten om daar nog eens een 1.4 converter bij te gooien. Fotograferen met een brandpunt van 750mm!!!

Op de zelfde locatie als vorige keer werd in de schemering alles opgesteld en dan maar wachten tot 23.30u voor de eerste referentiesterren. Afstellingen en aligneren ging snel; geen problemen. Bij de eerste opnames met de converter was het even schrikken……bijna geen registraties bij 30 seconden belichting…..”wat hebben we nu aan de hand?”… Na testen, herhaalde scherpstellingen en zelfs belichtingen tot drie minuten viel de spreekwoorderlijke euro…..de ASA-waarde stond helemaal fout … 100 in plaats van 1600! Na een snelle check van alle overige instellingen kwamen de eerste veelbelovende resutlaten met de correcte instellingen. Hieronder enkele beelden van het gebeuren…..

FinePix S3Pro  sized_DSCF7395

FinePix S3Pro  sized_DSCF7424

 FinePix S3Pro  sized_DSCF7425

FinePix S3Pro  sized_DSCF7449

 FinePix S3Pro  sized_DSCF7452

FinePix S3Pro  sized_DSCF7457

 FinePix S3Pro  sized_DSCF7458

De eerste resultaten nodigen uit tot nog betere scherpstelling en indien het licht het toelaat, nog langere belichtingen!

 

verbroedering Aquila-Noorderkroon en kijkavonden.

Sterren, spectra en mensen.

 

Met zijn verhaal over sterrenspectra bracht Bram  een stukje astronomische historie terug tot leven en betrok daarin de mensen die deel uit maken van die historie. Bram benadrukte het belang van spectroscopie. De eerste beelden toonden enkele regenbogen. In een tabel zagen we de golflengten van elke kleur van de regenboog. We kennen allemaal het ezelsbruggetje ROGGBIV (rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo-violet).

 Als allereerste mens kwam Isaac Newton(1643-1727) in beeld. Newton hield zich bezig met licht. Hij leidde het licht door een prisma om het wit licht te splitsen in zijn hoofdkleuren (een spectrum) en omgekeerd. Van een spectrum terug naar wit licht.

In 1800 ontdekte William Herschel(1738-1822) het bestaan van het verschijnsel infrarood. Hij deed dat door met een thermometer de temperatuur van de kleuren van het licht, dat door een prisma viel, te bepalen. Hij ontdekte dat hoe meer richting rood, hoe hoger de temperatuur was. Toen Herschel de thermometer voorbij het rood hield, was de temperatuur nog hoger dan in het rode deel. William Herschel concludeerde, dat in dit deel van het spectrum licht bestond, dat niet door de ogen van een mens waargenomen kon worden.

Jozef Fraunhofer (1787 – 1826) was een Duits natuur- en werktuigkundige. Zijn grootste bekendheid heeft hij te danken aan zijn onderzoek van vaste absorptielijnen in het zonnespectrum, die naar hem ook wel fraunhoferlijnen worden genoemd. Hij ontdekte 574 donkere lijnen en kon aan de hand van deze lijnen bepalen welke stoffen er in de lichtbaan van een ster te vinden waren.

Gustof Kirchhoff (1824 – 1887): Een hete, vaste stof produceert een continu spectrum. Een heet gas produceert een emissiespectrum met discrete golflengten die afhangen van de energieniveaus van de atomen in het gas. Een hete, vaste stof omgeven door een koel gas (ten opzichte van het object) produceert een absorptiespectrum, met gaten die afhangen van de energieniveaus van de atomen in het gas.

Henri Draper (1837-1882) was een amateurastronoom en telescoopbouwer. Hij was ook een pionier in de spectroscopie en de astrofotografie. Na zijn dood stelde zijn weduwe een fonds in ten voordele van de fotografische en spectroscopische sterreninventaris ( Henri Draper Memorial).

Met Edward Pickering en Willemmina Fleming (zijn huisvrouw) kwamen er meer spectraalklassen. Ze verfijnde de reeds bestaande classificatie.  Antonia Maury, de nicht van Draper, werd later door Fleming opgeleidt, net als Annie Connon. Maury kreeg de noordelijke sterrenhemel toegedeeld en Connon bracht een decimale verfijning aan bij de zuidelijke sterren. Annie Connan verdiende door haar inzet het predicaat “meest verdienstelijke waarnemer”. Haar werk resulteerde in de Henry Draper Catalog, waarin de spectraalklasse van niet minder dan 225.000 sterren vermeld staat. Na deze HD-kataloog kwamen er in de periode 1925-1936 nog eens 47.000 sterren bij en in 1949 nog eens 86.000 (postuum).  Haar systeem wordt hedendaags nog steeds gebruikt.

Cecillia Helena Payne (1900-1979) besloot op een gegeven moment om biologie te studeren. Tijdens deze studies was ze aanwezig bij een lezing van Arthur Eddington, met als titel “afbuiging van het licht tijdens een zonsverduistering. Dit gegeven intrigeerde haar en ze besloot astrofysica te studeren. Ernest Rutherford was haar docent. Ze ging naar Harvard en werd opgenomen in Pickerings team. Ze bestudeerde de ionisatietheorie van Meghnad Saha. CHP (Cecillia Helena Payne) stelde in haar proefwerk: “sterren bestaan grotendeels uit waterstof”. Russell (van het Hetrzsprung Russeldiagram) stelde dat dit niet mogelijk was en eiste een aanpassing in de thesis. Later zou Russell zijn mening herzien doch geeft geen credit aan CHP. Otto  Struve noemde haar thesis de “meest briljante thesis ooit gezien”, maar CHP promoveerde niet. Na haar huwelijk met Gaposchkin werd CHP uiteindelijk  toch nog professor (1956), ruim 30 jaren na haar  proefschrift.

Met Christiaan Dopler kwam Bram stilaan bij het einde van zijn uiteenzetting. Het Dopplereffect geldt niet alleen geluid, maar zoals geweten ook licht.  Het effect werd genoemd naar de Oostenrijkse natuurkundige Christian Doppler, die in 1842 dit verschijnsel voor zowel licht- als geluidsgolven beschreef . Veel dubbelsterren zijn via spectra ontdekt.

Met Christiaan Doppler als laatste in rij heeft Bram ons een reeks wetenschappers gepresenteerd die allen actief waren in de spectroscopie. Zonder het werk van voorgaande mensen zou onze kennis van sterren niet hetzelfde zijn.                                                                                                                                                                                                      Lambert Beliën

Tijdens de pauze was het tijd om hulde te brengen aan een jarige Aquiliaan: Jan Dejongh was de gelukkige jarige. Jan was zo goed het voltallige gezelschap te voorzien van vlaai en taart, welke zeer gesmaakt werden. Nogmaals proficiat aan Jan, nog vele jaren!!! Nog iemand die felicitaties verdiende: Rudi Van Bommel, de voorzitter van Aquila mocht van VVS de zilveren Galileopenning in ontvangst nemen. Rudi is terecht fier op deze erkenning!! 

Het tweede deel van de avond, het Noorderkroon-gedeelte werd ingevuld door Lambert Beliën met een uiteenzetting over “Deep Impact en Rozetta”, twee komeetmisssies.

Deep Impact & Rosetta.

In het verleden zijn er al komeetmissies geweest, een opsomming:

•1.     1985    NASA ICE missie

•2.     1986    twee Russische Vega’s en twee Japanse: Susei en Sagigake (Halley)

•3.     1986    ESA Giotto bij komeet Halley

•4.     1992    ESA Giotto bij komeet Grigg-Skjellerup.

•5.     2001    NASA Deep Space 1 naar komeet Borrely

•6.     2004    NASA Startdust naar komeet Wild 2

 7.   2005    NASA Deep Impact…… Lambert verkoos hier even te stoppen en eens nader te bekijken welke inzichten Deep Impact ons bracht en wat er mee gedaan werd.  Met enkele beelden van baangegevens van Tempel 1 en het vluchtplan was de start gemaakt.

 De sonde Deep Impact werd gelanceerd met een Boeing Delta II-draagraket, vanaf  de lanceerinrichting 17-B op Cape
Canavaral. Geminini North Observatory op Mauna Kea, Hawaii zal het hele spektakel volgen. De afmeting van het “flyby”-voertuig is vergelijkbaar met een strandbuggy. De Impactor is ca 90 x 90cm, vergelijkbaar met een kleine tafel en weegt 370 kg. De totale combinatie (flyby en Impactor) weegt 1 ton. De Impactor zal de komeet niet uit haar baan brengen, de kracht van inslag  is te vergelijken met een steentje tegen een rijdende vrachtwagen. Het heeft geen invloed op de snelheid en de bewegingsrichting van de vrachtwagen, rep. komeet. De naderingssnelheid van de komeet t.o.v. de Impactor is 10 maal sneller dan een afgevuurde kogel. De geslagen krater is vergelijkbaar met de afmeting van een voetbalstadium en dit enkele verdiepingen diep.

 De Orbiter: Het ruimtetuig heeft een zonnepaneel , een gevoelige antenne , een 370 kg zware, zelfsturende Impactor, een puinschild en wetenschappelijke instrumenten voor hoge en middelhoge resolutie beeldvorming, infrarood spectroscopie en optische navigatie. Het voertuig is 3,3 meter lang, 1,7 meter breed en 2,3 meter hoog; totale massa is 1020 kg. In de laatste fase van de missie, de encounter-fase, zullen er twee richtmanoeuvres moeten gebeuren. Zes uur later zal Deep Impact de Impactor loslaten in de baan van de komeet. Twaalf minuten na dit gebeuren zal de flyby wegsturen van de komeetbaan en een veilige positie innemen.

 De  Impactor zal volledig zelfstandig zijn botsingskoers afstellen met als doel een inslag op de zonbeschenen zijde van de komeet. Na de inslag zal de Orbiter tot 13 minuten na de inslag opnames blijven maken en dan overgaan in beveiligde modus (puinschild) . 95 minuten na de inslag zal de Orbiter een laatste opnamerun maken. De Impactor is ontwikkeld om zichzelf te richten op een, vanuit de Orbiter, bekeken punt van inslag. Ook aardse  telescopen hebben een vrij zicht nodig. Eenmaal aangekomen zal de Impactor inslaan met een snelheid van 36.800 km/h. De voorkant van de Impactor is voorzien van koepelvormige (honingraat) koperplaten. Koperplaten, omdat dit de beste resultaten naar een grote krater geeft (dichtheid bij benadering gelijk aan het komeetoppervlak).

De achterzijde van de Impactor is voorzien van de  batterij, de elektronische componenten, computers en de stuur- en aandrijvingelementen die de Impactor op haar baan houden.  Beelden van de assemblage en beelden van de inslag. Een verse krater van 100m diameter en 30 m diep brachten nieuwe inzichten: o.a heel fijn materiaal (vergelijkbaar met talkpoeder). Swift X-ray Telescope registreerde tot 13 dagen na de impact een continue  uitstroom van  gassen en stof……….men roept op tot dieper onderzoek!

 Rosetta, nog geplande komeetontmoeting.

 Hoeksteenmissie langdurig wetenschappelijk onderzoek. De lancering ging door op 2 maart 2004. Tijdens de totale vlucht maakt men gebruik van zwaartekrachtversnellingen:

 

 Aarde: maart 2005

Mars: februari 2007

Aarde: november 2007

Aarde: november 2009

2867 Steins  September 2008

21 Lutetia Juli 2010.

 Het internationale  industriële team van Rosetta bedraagt de deelname van meer dan 50 aannemers, komende uit 14 Europese landen en de Verenigde Staten. De hoofdaandeelhouder is firma Astrium uit Duitsland. Grote onderaannemers zijn: Astrium UK (ruimtevaartuig-platform) – Astrium France ( ruimtevaartuig-avionics)  en Alenia Spazio (assemblage, integratie en verificatie). EADS Astrium is de nummer 1 in Europa en nummer 3 in de wereld. Ze hebben in totaal 15.000 mensen in dienst (Frankrijk – Duitsland – UK – Spanje en Nederland en zijn al 40 jaren actief in ruimtevaart. EADS Astrium is partner van 22 andere bedrijven die zich met ruimtevaart bezig houden Radiocommunicatie tussen Rosetta en de aarde maakt gebruik van een “deep-space-antenne”. Deze schotelantenne werd gebouwd door ESA in New Norcia ( in de buurt van Perth), Australië. Operatoren van de firma Xantic bedienen de schotelantenne

 Rosetta’s voornaamste doel is helpen begrijpen hoe het zonnestelsel ontstond en evolueerde. De samenstelling van een komeet geeft een idee over de samenstelling van de gaswolk waaruit de zon en de planeten gevormd werden, meer dan 4.6 miljard jaren geleden. Men hoopt antwoorden te verkrijgen door deze diepteanalyse van komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko.  Het project “Rosetta” is het eerste project dat als doel heeft een Orbiter in een baan om een komeet te brengen en er effectief op te landen met een kleiner tuig, de lander. Deze missie zal resulteren in de meest gedetailleerde studie aan kometen, ooit. De doelkomeet, 67P/Churyumov-Gerasimenko,  zal men bereiken in 2014. De Rosetta lander zal men loslaten met als doel een afdaling naar komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko.  Doel van de lander is het maken van een heel gedetailleerde analyse van de komeetkern en het oppervlak. De minimumduur van de missie is 65 uren, maar de operaties kunnen uitgebreid worden tot enkele maanden. Sommige instrumenten zitten onder een “kap” die je kan vinden onder de zonnepanelen.Een antenne stuurt de gegevens van het komeetoppervlak via de Orbiter naar de aarde. De Lander heeft 9 experimenten aan boord, samen goed voor 21 kg instrumenten. Naast deze experimenten is er ook een boorsysteem meegenomen om monsters van de komeet te kunnen nemen.

 De Rosetta is een grote aluminium doos met afmetingen 2,8 x 2,1 x 2,0 meter. De wetenschappelijke instrumenten zitten gemonteerd aan de bovenkant van de doos (payload Support Module), terwijl de subsystemen op de onderkant zitten (Bus Support Module). Aan  een kant van de Orbiter is een 2,2 meter diameter schotelantenne, een stuurbare hooggevoelige antenne. De lander zit vast aan de andere kant, tegenover de schotelantenne. Twee enorme zonnepanelen, elk 32 vierkante meter groot, hebben een totale span van 32 meter van tip tot tip. Elk paneel bestaat op zich uit 5 losse panelen die tot +/- 180 graden kunnen verplaatsen, teneinde het maximum aan zonlicht op te vangen.

Zodra komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko in beeld is zal Rosetta alle instrumenten op dit object richten, de antenne continue naar de aarde en de zonnepanelen naar de zon. De zijkanten zitten bijna continue in de schaduw. Om deze reden zitten de meest gevoelige items aan deze kant gemonteerd. In het midden van de Orbiter zit het hoofdvoortstuwingsysteem. Twee grote brandstoftanks flankeren een verticale straalpijp. De bovenste tank zit vol met brandstof en de onderste tank heeft oxidiser als inhoud. Naast deze centrale voortstuwing heeft Rosetta ook nog 24 kleine thrusters die nodig zijn om kleine correcties of manoeuvres  door te voeren. De kracht die deze thrusters geven is 10 Newton, te vergelijken met de kracht die nodig is om een grote zak appels vast te houden. Meer dan de helft van het te lanceren totaalgewicht is brandstof. De Rosetta-Orbiter’s wetenschappelijk instrumentarium is 11 experimenten groot.

De instrumenten zijn samengesteld door diverse wetenschappelijke instituten in Europa en de USA. Alle experimenten zullen non-stop op de komeet gericht zijn gedurende de ganse wetenschappelijke fase van de missie. ESA’s Giotto en aardse observatoria toonden aan dat kometen complexe organische moleculen bevatten. Deze organische moleculen zijn rijk aan koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof. Intrigerend, want deze elementen zijn nodig om nucleine- en aminozuren te maken, essentiële bestanddelen van leven zoals wij het kennen. We verwachten niet dat Rosetta een antwoord zal geven op deze vragen,  het zal hooguit een boel extra informatie opleveren. Rosetta zal de isotopische abundanties in het komeetijs analyseren.  De isotopen van een bepaald chemisch element zijn atomen van hetzelfde soort, maar met een klein verschil in gewicht. Deuterium, bij voorbeeld, is een isotoop van waterstof. Als de verhouding waterstof-deuterium in onze oceanen gelijk is aan de waarden in het komeetijs, kan dit een sterk argument zijn voor de theorie dat een deel
van het water op aarde afkomstig is vanuit de ruimte.  Men gaat uit van een planning van 12 jaren. De nominale missie eindigt in december 2015. December 2015, de komeet heeft net haar kortste afstand tot de zon achter de rug en is terug op weg naar de uiterste diepte van het zonnestelsel.

 Komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko is klein (4 km), bijgevolg zal de gravitationele pull die ze uitoefent miljoenen keren zwakker zijn dan hier op aarde. Om deze redenen zal de Rosetta-lander neerdalen met een snelheid van een wandelaar. De Lander zal wel gebruik moeten maken van een harpoen, om te voorkomen dat de Lander bij contact zal terugveren en verdwijnen in de ruimte. Rosetta zal de komeet ontmoeten op een afstand van 675 miljoen km van de zon. De zonnecellen in de zonnepanelen van Rosetta zijn gebaseerd op nieuwe technologieën. Dankzij deze vernieuwing is het mogelijk een missie uit te voeren voorbij de planetoïdengordel en dan slechts gebruik makende van zonnelicht. Tot nu toe maakte men gebruik van nucleaire krachtbronnen.  De nieuwe zonnepanelen maken dat Rosetta kan opereren op een afstand van 800 miljoen kilometer van de zon. Het licht ter plaatse is nog maar 4% van hetgeen wij hier ontvangen. Deze technologie kan toegepast worden in toekomstige deepspace-missies. Sommige van de systemen, nodig om de interne temperatuur van het vaartuig te regelen, zijn een ander voorbeeld van technologische vernieuwing. Temperatuur is een kritiek gegeven bij deze missie. Wanneer Rosetta kort bij de zon is zal er risico voor oververhitting zijn. Men gaat dit tegen door gebruik te maken van o.a. radiatoren en louvres. De moeilijkste fase van de onderneming zal gebeuren in mei 2014. Rosetta zal de snelbewegende komeet naderen en moet afremmen. Het afremmen moet de sonde kort bij de komeetrand brengen. Omdat de camera’s aan boord nog niet actief zijn moet men heel zeker zijn van de verkregen data en berekeningen, afkomstig van de grondwaarnemingen. Op 5 augustus vloog Rosetta voorbij planetoïde 2867 Steins. Kortste nadering was 800 kilometer.  Steins is een E-type planetoïde met een diameter van slechts 5 kilometer.

 ESA’s kometenjager Rosetta vloog op 13 november langs de aarde om omloopenergie op te pikken. Toen begon het laatste deel van zijn tien jaar lange reis naar de buitenste regionen van het zonnestelsel. Er stond nog een aantal observaties van het aarde-maanstelsel gepland voordat het ruimtevaartuig de komeet 67/P Churyumov-Gerasimenko gaat bestuderen. Dit werd de laatste scheervlucht langs de aarde en de laatste keer dat Rosetta gebruik maakte van de zwaartekracht van een planeet. Om 08:45u kwam Rosetta volgens planning het dichtst bij de aarde. De scheervlucht gaf de satelliet precies genoeg versnelling om door te kunnen gaan naar de buitenste regionen van het zonnestelsel. Volgens schema komt het ruimtevaartuig in juli 2010 vlak langs de asteroïde 21 Lutetia.  
 Naar verwachting komt Rosetta in mei 2014 op zijn eindbestemming aan. Daar laat het de lander Philae neer die het oppervlak ter plaatse gaat bestuderen. Vervolgens vergezelt het ruimtevaartuig de komeet op zijn reis richting de zon. Tijdens deze reis wordt de komeet maximaal twee jaar grondig bestudeerd.

  We sloten het verhaal af met enkele beschouwingen betreffende de baan van de sonde ten opzichte van de komeet, de dichtheid van de komeet en het al dan niet gestoorde signaal van de Lander naar de Orbiter, te danken aan sterke ionisatie, ter plaatse.

                                                                                                                        Lambert Beliën

 Vers van de pers: Met de Europese VISTA-telescoop is een indrukwekkende infrarood opname gemaakt van de Kattepootnevel, een gigantisch stervormingsgebied op 5500 lichtjaar afstand van de aarde, in het sterrenbeeld Schorpioen. De nevel, met een middellijn van ca. 50 lichtjaar, bestaat uit dichte gas-en stofwolken waarin nieuwe sterren ontstaan. Op de foto’s die in zichtbaar licht zijn gemaakt, ziet hij er uit als een pootafdruk van een kat. Op de nieuwe foto zijn de dichtste stofwolken nog steeds donker maar zijn ook de pas gevormde sterren te zien .(artikel ingezonden door Job Beeren; brom Europlanetarium Genk)

 Extra kijkavond:  op dinsdagc18 mei, totaal onverwacht,  besloten Job en Lambert naar de sterrenwacht te trekken in een ultieme poging om toch nog Mercurius te spotten (was niet gelukt tijdens de vorige kijkavond). Ondanks een stralend heldere hemel en verwoedde pogingen bleek Mercurius al te laag te staan om nog zichtbaar te zijn vanaf de sterrenwacht. Een andere keer beter!! Wat wel lukte….Mars – Venus en Saturnus gezocht en gevonden ……tijdens de schemering. Dat is een heel straffe toer om de scherpte van je zintuigen te testen. We hebben het trio (en de maan) uitvoerig bekeken met behulp van de kringkijker. Er was wel enig afstelwerk aan de kijker alvorens deze effectief ingezet kon worden. We weten nu dat de dragers van de zoeker niet goed staan; deze moeten bijgesteld worden, willen we een bepaald object op de kruisdraad krijgen. De koepel, daarentegen, die loopt gelijk een trein. Eén enkele persoon laat met gemak de koepel rond lopen. Onze inspanningen van vorige opknapbeurt zijn niet vergeefs geweest.

 Al met al een heel fijne avond die we afsloten met een frisse Grimbergen. Bij deze nogmaals een  oproep aan de leden van het “kijkavondnetwerk”….we wachten op jullie initiatief. Wie geeft het startschot?

                                                                                                                          Job & Lambert

Een nieuwe aanwinst!

 Zaterdag 8 mei kreeg ik heel onverwacht telefoon en vernam dat er in Achel, in de Generaal Dempylaan, een refractor was afgeleverd. De nieuwe en trotse eigenaar is niemand minder dan Tony Van Hertem. Nieuwsgierig trok ik dan ook meteen, gewapend met mijn fototoestelletje, naar Tony om de nieuwe aanwinst te bewonderen en… het was de moeite. Een refractor met een objectief van maar liefst 150mm diameter en een brandpunt van 1200mm.  De “SKYWATCHER EQ – 6” .Onze voorzitter Bèrke was ook gearriveerd en gezamenlijk hebben we het apparaat buiten even opgesteld. De kijker is voorzien van een zeer stabiele en vrij hoog instelbare driepoot. Dat is ook wel nodig want het is zeker geen lichtgewicht. Hij heeft een duidelijke zoeker, variabele oculairhouder voor 1,25 inch en 2 inch en is voorzien van 2 oculairs (resp. 10 en 25 mm) van het type “super Plössl”. De montering is parallactisch met graadaanduiding en het volgsysteem is uitgerust met 2 elektrische volgmotoren en een handig bedieningspaneel met regelbare snelheden.

Om de opstelling snel en
eenvoudig parallactisch af te stellen is de poolas volledig hol en voorzien van een zoeksysteem met projectie langs waar de afstelling eenvoudig kan worden uitgevoerd. Bij het afstellen worden in dit zoekveld ook nog enkele belangrijke sterrenbeelden geprojecteerd waardoor ook meteen de kijker op de gewenste uuras kan worden ingesteld.
Tony is zinnens om een aanpassingsstuk te maken waarmee hij de kijker ook in de sterrenwacht kan opstellen. Als alles naar wens verloopt en het weer ons niet te veel parten speelt mogen we waarschijnlijk nog meer interessante kijkavonden verwachten. Proficiat Tony en veel succes met deze mooie aanwinst!

Verslag kijkavond 28 mei 2010.

 De vooruitzichten waren (weer) goed, de hemel was open en helder, de maan nog verre van zichtbaar. De eerste deelnemers (5 deelnemers aanwezig tijdens de sessie) waren al aanwezig, nog voor het afgesproken uur van 22.30u. Terwijl Tony bezig was met de laatste aanpassingen aan de zuil van de sterrenwacht (gereed maken voor de Skywatcher EQ6 (zie elders in dit blaadje), werd er aan de voet van de toren al gekeken naar de eerste planeten die zichtbaar werden. Saturnus met z’n manen werd een spoedklus. Ze stond op het punt te verdwijnen achter de bomen. Het feit dat alles snel, snel moest gaan vertaalde zich door in de verdere nacht. Normaal gezien moet je toch wat tijd besteden aan afstellingen van de verschillende optische systemen (zoeker – kijker-telelens – scherpstellingen). Doe je dat niet voor de volle 100%, dan achtervolgd je dit de rest van de nacht. Ook het gegeven dat  het niet donker was en sluierbewolking,  maakte dat we zo goed als niet konden werken met het Nagler-oculair. Een ander gegeven blijkt de moeilijkheid van wisselende dioptrie. Verschillende waarnemers betekent verschillende scherpstellingen. Met een vergrendelde hoofdspiegel en een motorfocus valt dat allemaal wel mee, maar heel af en toe bij het wisselen van een oculair, kan het wel eens net niet haalbaar te zijn.  We hebben nog verschillende fotografische opnames gemaakt  tot tegen de klok van 01.00 u opeens de boel dichtzat. Bewolking!!! Tijd om af te ruimen en huiswaarts te keren. Al bij al toch een fijne nacht gehad!!!!

                                                                                                                    Lambert

 

Fotograferen tijdens een wassende maan.

FinePix S3Pro  sized_DSCF7318
Vrijdag, 22 mei om 22.30u: de maan stoort enorm, maar toch  enkele punten op de “astronomische” agenda.

  1. een nieuwe locatie scouten en meteen uitproberen
  2. een nieuw idee betreffende fotograferen MET storende maan
  3. M.a.w. de ganse nacht besteden aan testen van “nieuwe” dingen.

Onlangs vond ik op Google Maps een locatie die wel eens aan mijn wensen kon voldoen. Weinig og geen verkeer, geen straatlampen, geen huizen…alleen velden en koepelbossen die storende elementen afschermen. Afschermen is een loos woord, want deze nacht nam ik toch een flinke dosis maanlicht voor lief. Bij het testen van mijn “nieuwe inzichten” betreffende fotograferen met strooilicht kon ik alleen maar tevreden zijn met de behaalde resultaten. Het idee werkt en verdient verdere uitwerking. Hieronder enkele beelden van de omgeving en enkele van de talloze objecten die tijdens deze waarnemingsrun gemaakt zijn.

 FinePix S3Pro  sized_DSCF7328

FinePix S3Pro  sized_DSCF7330

FinePix S3Pro  sized_DSCF7331

 

FinePix S3Pro  sized_DSCF7345

FinePix S3Pro  sized_DSCF7348

FinePix S3Pro  sized_DSCF7349

 FinePix S3Pro  sized_DSCF7375

FinePix S3Pro  sized_DSCF7379

 

Planetaire nevels door Lambert Beliën

Moeilijk voorspelbaar, maar soms toch een succes,  de geplande kijkavonden…

 

Op 9 april was er een periodieke ­kijkavond op de sterrenwacht en het was, zoals gewoonlijk, moeilijk vooraf te voorspellen of het weer hiervoor die avond geschikt was. Pas toen de avond viel werden we door een heel mooie heldere sterrenhemel naar de sterrenwacht gelokt.

De eerste “astronomen” arriveerden omstreeks negen uur. Met feestelijke klanken op de achtergrond (er was een groot feest in het cafetaria) en een schitterende sterrenhemel ging de deur van de sterrenwacht open voor wat een magnifieke kijkavond zou worden.

In afwachting van de refractor werd eerst tijdelijk de newtonkijker in gebruik genomen en op Mars gericht, maar met de slecht afgestelde zoeker lukte het helemaal niet om de planeet in de kijker te krijgen. Dirk en Geert waren druk doende om alles af te stellen terwijl de anderen op zoek gingen naar sterrenbeelden en genoten van het prachtig uitspansel. Toen alles enigszins was afgesteld en we de kijker zouden kunnen gebruiken, arriveerde Bèrke met de refractor.

We besloten dan toch maar de refractor op te stellen en met Mars in beeld werd uitgebreid geëxperimenteerd met diverse oculairwaarden. Het aantal bezoekers was intussen ook toegenomen en na die experimenten werden koepel en kijker naar Saturnus gericht. Hier was heel duidelijk te zien dat de mooie ring rond de planeet zo goed als plat ligt ten opzichte van onze kijkrichting en we zagen ook duidelijk de maan Titan, de grootste van de vele manen van Saturnus, op een afstand van circa 6 planeetdiameters. Vreemd was dat er zich, bij het perifeer kijken, een zwarte vlek net boven de rand van de fijne ring op de planeet aftekende.Voor een maan leek het erg groot en niemand kon verklaren wat we daar precies zagen. Om na te gaan of dit te verklaren was met een sterkere vergroting, werd de barlowlens (beeldverdubbeling) er tussen geplaatst, maar hiermee bleef het verwachtte resultaat helemaal uit. Er was ruim voldoende verstelmogelijk met de oculairverstelling, want het object kon zelfs voorbij het brandpunt worden gedraaid, maar ondanks de ruime afstelmogelijkheid was het beeld niet scherp te krijgen. Intussen was het onmogelijk te verklaren of die donkere vlek, die we alleen bij perifeer kijken zagen, de maan Tethys was of misschien gewoon de schaduw van de platte ring die net over de rand van de smalle ring op de planeet wordt geworpen. Er werd besloten om dit nog verder op te zoeken, want lang konden we dit niet meer bekijken omdat rond elf uur de bewolking toenam en de hemel helemaal dicht trok.

Samengevat kunnen we zeker zeggen dat het een zeer geslaagde kijkavond was; een van de weinigen die we in het voorjaar mogen verwachten?

Jan Hermans

 

 

~      Open agenda

 

1.     Jakobsstaf

2.     Aardbeving

3.     Hoe relatief is temperatuur?

 

Onder de vraag “Hoe meet ik de hoogte van een boom met “ne knuppel?” kregen we uitvoerig antwoord, gegeven door de aanwezigen. We telden niet minder dan drie verschillende oplossingen, gaande van de Jakobsstaf naar “platleggen” en driehoeksmeting gezien van tussen je benen. Jan verduidelijkte het principe van de Jakobsstaf aan de hand van een voorbeeld dat we in ons archief hebben. Een waarnemer wil de hoogte bepalen van een object en heeft als hulpmiddelen alleen  maar een stok. Hij gaat als volgt te werk: Hij neemt de stok met horizontaal gestrekte arm vast (hoogte tussen hand en top zijn in tekening aangegeven  als X-Y) en loopt voor- of achteruit tot  hij de top van het te meten voorwerp (punt B) net boven de bovenrand van de stok te zien krijgt. De plaats waar hij dan staat wordt op de grond gemarkeerd. (trekt bvb een streep bij punt C). De waarnemer maakt nu een merkteken op de helft van het deel van de stok dat boven zijn horizontaal gestrekte arm uitsteekt ( punt Y’) en markeert dit of breekt het bovendeel af.  Dan loopt hij zo ver achteruit tot de top van het te meten voorwerp weer precies een lijn vormt met de gemarkeerde hoogte (B-Y’) en markeert de plaats waar hij is aangekomen op de grond.(punt D). Door nu de afgelegde weg tussen de punten C en D die hij op de grond heeft gemarkeerd te meten, kan hij de hoogte van het voorwerp bepalen. De afstand tussen de punten C en D (afgelegde weg) is gelijk aan de afstand tussen A en B (hoogte v/h voorwerp)

 

 De vraag over aardbevingen kwam van Jacky Hermans. Hoe kan het zijn dat een beving van 7.3 op de schaal van Richter (beving in Chili) minder schade als gevolg had dan de beving van Haïti (6.5 op de schaal van Richter)? Je zou denken; hoe zwaarder een beving, des te meer schade. In dit geval niet. Het heeft allemaal te maken met het soort van beving. Als twee tektonische platen op elkaar botsen en onder elkaar door bewegen zal het gevolg van een beving, die daaruit voortkomt, een verticale trilling als gevolg hebben. Nu, een verticale trilling is minder erg dan horizontale trillingen. Het zijn de horizontale bevingen (trillingen) die voor de meeste schade zorgen.

 

De derde vraag op de open agenda behandelde de vraag: “Hoe relatief is temperatuur?”. Dirk had heel wat opzoekwerk gedaan en besprak de verschillende temperatuurschalen zoals Celsius, Kelvin en Fahrenheit. In zijn uiteenzetting kwam meerdere malen een kernwoord voor, namelijk “materiedichtheid”. In het kort gezegd: lucht van 25° C is aangenaam, maar als men  een emmer water van 25°C over je heen stort is dat een heel ander gegeven. Jan wist dat je zonder problemen je hoofd in een oven 120°C kan steken. Best niet proberen met een stuk ijzer dat verwarmt is tot 125°C. Temperatuur is, net als kleur een heel relatief gegeven.

 

Planetaire nevels.

 

Een zonachtige ster produceert het grootste gedeelte van haar leven energie door waterstof om te zetten in helium. Aan het eind van deze fase van kernfusie zwellen deze sterren op tot ongeveer 100 maal hun oorspronkelijke formaat en worden ze “rode reuzen”. Aan het eind van de rode reus fase worden de buitenste lagen van de ster weggeblazen. Het uitgestoten gas blijft uitdijen met de centrale ster als middelpunt.

Deze centrale ster zal, nadat alle kernfusie is opgehouden veranderen in een “witte dwerg”.

 

De witte dwerg. Een witte dwerg is een ster die aan het einde van haar levenscyclus is gekomen. In de witte dwerg vinden dus geen kernreacties meer plaats. De massa van de ster moet kleiner dan 1,4 zonmassa’s (Chandrasekhar-limiet) zijn, want anders eindigt de ster als een neutronenster of een zwart gat. Vooraleer een ster een witte dwerg wordt, zwelt ze op tot een rode reus en stoot een deel van de materie af in de vorm van een planetaire nevel. De overblijvende kern stort dan in tot een witte dwerg. Die heeft een straal van enkele duizenden kilometer en een dichtheid van honderden ton per kubieke centimeter. Een doorsnee witte dwerg heeft ongeveer één zonnemassa, maar zijn volume is niet groter dan dat van de aarde
. Dat betekent dat het zwaartekrachtsveld aan de oppervlakte enkele honderdduizenden malen sterker is dan aan het aardoppervlak. Vanwege de kleine oppervlakte straalt een witte dwerg – ondanks zijn hoge oppervlaktetemperatuur – 100 tot 10.000 maal minder licht uit dan de zon.

De temperatuur van een jonge witte dwerg is hoog: vele tienduizenden graden, waarbij hij heel langzaam afkoelt tot een zwarte dwerg. Het andere ingrediënt:Nevels… Onder de term nevel kunnen de volgende objecten vallen:

 

§  Sterrenstelsels

Samenstelsels van miljarden sterren, omstreeks 100 000 lichtjaar in diameter. Deze vormen onder de nevels de objecten met de grootste afmetingen.

§  Bolvormige sterrenhoop

Door zwaartekracht gebonden sterrengroepen van enkele duizenden sterren, die verspreid liggen binnen een sterrenstelsel.

§  Open sterrenhoop

Losse groepen van enkele dozijnen tot honderden jonge sterren, ook wel galactische clusters geheten.

§  Emissienevels

Gaswolken met hoge temperatuur. De energie wordt verkregen door ultraviolet licht van nabij gelegen sterren en weer uitgestraald als vaak roodachtig licht.

§  Reflectienevels

Licht reflecterende stofwolken. Vaak de plaats van het ontstaan van jonge sterren.

§  Donkere nevels

Stofwolken die het licht van andere bronnen blokkeert.

Is een stelsel zodanig in de ruimte georiënteerd dat het vlak van de spiraalarmen naar ons toe is gericht, dan ziet men de donkere materie van dit vlak als een donkere band het hele stelsel doorsnijden.

§  Supernova-overblijfselen

Ontstaan aan het eind van het leven van massieve sterren, een groot deel van de oorspronkelijke massa van de ster wordt in een explosie in de ruimte geslingerd.

§  Planetaire nevels

Gaswolken die als een schil door sommige sterren aan het eind van hun leven zijn uitgeworpen.

 

Een planetaire nevel is de uitdijende gasschil in de ruimte geproduceerd door bepaalde types sterren aan het eind van hun leven.  Een planetaire nevel is erg helder, vooral op een golflengte van 500,7 nanometer, waar dubbel geïoniseerde  zuurstofatomen een min of meer groene gloed veroorzaken. Hij is zo helder dat we hem zelfs in behoorlijk verre sterrenstelsels nog kunnen onderscheiden.

Nevels en gaswolken worden beschouwd als de geboorteplaats van sterren. In dezelfde wolk ontstane sterren vormen soms met elkaar een sterrenhoop; het aantal sterren daarvan kan uiteenlopen van slechts enkele tot een paar duizend sterren. Een sterrenhoop kan uiteen vallen door zwaartekrachtwerkingen van andere kosmische formaties. Nevels worden gecategoriseerd naar de mate van hun lichtweerkaatsing. Sommige types nevels hebben speciale namen gekregen, zoals heldere nevels, donkere nevels en planetaire nevels. Heldere nevels zijn gigantische stofwolken die veel licht van nabije sterren weerkaatsen (reflectienevels). Reflectienevels worden gekenmerkt door een blauwe uitstraling, overigens te gering om met het oog waar te nemen. Wanneer een heldere nevel in de buurt van een zeer hete ster staat, kan het voorkomen dat de gasatomen in de nevel geïoniseerd worden door de ultraviolette straling van de ster. De gaswolk gaat hierdoor zelf licht uitstralen en wordt dan een emissienevel genoemd. Deze zijn herkenbaar aan de warm rode kleur, evenmin met het oog waarneembaar.

Er bestaat ook een mengvorm, de emissie-reflectienevel.

In  tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, hebben deze nevels niets te maken met planeten. De naam ontstond toen men vroeger dacht dat planeten uit deze nevels konden ontstaan. Ze zien er immers uit als grote ringen rond een centrale ster. Als hier klonteringen in ontstonden, konden planeten gevormd worden. Tegenwoordig weten we dat deze nevels niet met vorming, maar met sterfte te maken hebben. Planetaire nevels ontstaan uit de buitenste gaslagen die een ster op het eind van haar leven uitstoot. Dit vormt een ring of wolk rond de overblijfselen van de centrale ster die, wanneer ze zwaar genoeg is, nog een tijd kan doorgaan met kernfusie. Planetaire nevels worden geclassificeerd met het systeem van Vorontsov-Velyaminov:

§  I – stervormig

§  II – schijfvormig

ú  a – schijf helderder naar het centrum

ú  b – uniforme schijf

ú  c – schijf met sporen van een ring

§  III – onregelmatige schijf

ú  a – onregelmatige helderheid

ú  b – schijf met sporen van een ring

§  IV – ringvormige nevel

§  V – onregelmatige vorm, tussen planetaire en reflectienevel

§  VI – exotische vormen, bv. S- of 8-vormig

Een mooi voorbeeld is de Helixnevel. Een spectaculaire variant ontstaat wanneer de centrale ster na een tijd uiteindelijk een nova of zelfs een supernova wordt. De gassen die hierbij worden uitgestoten, hebben een veel grotere snelheid dan die in de planetaire nevel. Als ze elkaar inhalen en botsen, kan er een fantastisch vuurwerk ontstaan. Planetaire nevels worden onderverdeeld vanuit drie basisvormen: rond – elliptisch of Vlindervormig.

 

De Helixnevel. Met behulp van de infrarood-satelliet Spitzer is rond de centrale ster van de bekende Helixnevel een stofschijf opgespoord. De straling van de hete kern van de ster, die nog als witte dwerg in het centrum van de Helixnevel staat, verhit het uitgestoten materiaal, waardoor dit licht is gaan uitzenden. Hoewel de planetaire nevel en de witte dwerg al vaak onderzocht zijn, is nog niet eerder vastgesteld dat de laatste door stof omgeven is.

De  waargenomen stofschijf is ruwweg zo groot als de Kuipergordel van ons zonnestelsel, het gebied buiten de baan van Neptunus waar zich veel ijsachtige objecten bevinden. De Helixnevel is een planetaire nevel op 700 lichtjaar van de aarde, in het sterrenbeeld Waterman.

De binnenste ring is ongeveer twee lichtjaar  in diameter en heeft een snelheid van zo’n 100 000 km/u. Het midden van de Helix gloeit blauw-groen omdat de ster zuurstof in het omringende gas met UV licht bestraalt. Daarbuiten toont de rode kleur de aanwezigheid van waterstof en stikstof. Door het ijle gas van de nevel heen zijn verder gelegen sterrenstelsels te zien.

 

De Halternevel. Deze planetaire nevel, M27 of NGC 6853, wordt vanwege de hier rood gekleurde lobben aan weerszijden doorgaans de Halternevel genoemd. De nevel staat op een afstand van ongeveer 900 lichtjaar en is daarmee één van de dichtstbijzijnde planetaire nevels.

Doordat men de uitdijingsnelheid van de nevel heeft kunnen bepalen op 27 km/s, kan de leeftijd ervan worden geschat op 48.000 jaar.

 

De Vlindernevel. De Vlindernevel is een schitterende planetaire nevel in het sterrenbeeld Slangendrager. Deze nevel dankt zijn naam aan zijn twee ver uitstrekkende ‘vleugels’. De opmerkelijke vorm van de nevel is een gevolg van het feit dat de centrale ster een dubbelster is.

Door de kleine afstand tussen de beide sterren wordt er gas van de ene ster aan de andere overgedragen, waardoor een dunne, maar dichte gasschijf in het baanvlak van beide sterren is ontstaan. Eén van de sterren blaast een krachtige sterrenwind uit, die op het gas in de schijf klapt en vervolgens met grote snelheid naar boven en beneden wordt afgebogen.

 

SuWt 2 Centaurus. Dit beeld van de planetaire nevel SuWt 2, op 6500 lichtjaar afstand in het zuidelijke sterrenbeeld Centaurus, toont een heldere ring van gas die een heldere centrale ster omhult. Planetaire nevels zijn de uitgeblazen gasschillen van rode reuzensterren. Wanneer de kern van de ster inkrimpt tot een compacte, hete witte dwerg, worden de nevelresten door de ultraviolette straling van die dwerg tot gloeien gebracht. In het centrum van SuWt 2 bevindt zich echter geen witte dwerg, maar een merkwaardige dubbelster die niet heet genoeg is om de nevel aan te lichten. Astronomen denken dat er oorspronkelijk sprake geweest is van een drievoudige ster. In het rode reuzenstadium zou de buitenste van de drie de andere twee gedeeltelijk hebben opgeslokt, waardoor ze op kleinere onderlinge afstand terecht zijn gekomen. De mantel van de reuzenster zou vervolgens de ruimte in zijn geblazen.

Vergis je niet:  In 1950 ontdekte de astronoom Arthur Hoag het eerste exemplaar van een bijzondere klasse van sterrenstelsels. Dit stelsel vertoont een bijna perfecte ring van jonge, blauwe sterren rond een kern van oudere, gele sterren. Het ringstelsel van Hoag bevindt zich op een afstand van 600 miljoen lichtjaar en is met een diameter van 120.000 lichtjaar net iets groter dan ons Melkwegstelsel. Alhoewel zulke stelsels helemaal niet zo veel voorkomen, is er rechtsboven de kern nog een tweede ringstelsel te zien.

 

Aangeslagen door de wind! Astronomen geloven dat een planetaire nevel ontstaat wanneer een snelle stellaire gaswind vanuit de centrale ster de langzamere wind inhaalt die ontstond toen de ster zijn buitenste schillen afstootte. Op de grens tussen de twee winden doet zich een schok voor die zorgt voor de zichtbare, dikke schil die zo karakteristiek is voor planetaire nevels.

De atomen in de gasschil krijgen energie toegevoerd uit de straling van de centrale ster en komen zo in aangeslagen toestand terecht. De nevel zendt deze energie vervolgens weer uit. Het licht van de centrale ster kan de planeetnevel wel 10.000 jaar op laten lichten.

 

Verschillende vormen. Het is niet duidelijk waarom de meeste planetaire nevels niet bolvormig zijn, maar er zijn verschillende ideeën over. Eén hypothese is dat de vreemde vormen van planetaire nevels het gevolg zijn van een centrifugale kracht die ontstaat door de hoge omwentelingssnelheid van rode reuzen. Een andere hypothese is dat een nabijgelegen ster de symmetrie van de sterrenwind kan beïnvloeden. De meest recente en overtuigende theorieën echter gebruiken magneetvelden om de vormen van de planetaire nevels te verklaren.

 

Magneetvelden. De aanwezigheid van magneetvelden zou de ingewikkelde vormen van planetaire nevels heel mooi kunnen verklaren, aangezien de afgestoten materie wordt vastgehouden langs de veldlijnen van het magneetveld. Vergelijk het maar met het ijzervijlsel dat de veldlijnen van een staafmagneet volgt; een klassiek natuurkundig experiment voor op de middelbare school.Magneetvelden ver van de centrale ster kunnen de gassen in de planetaire nevel misschien gevangen houden, maar dichtbij de ster doen ze precies het omgekeerde.

Bij de magnetische polen van de ster is het magneetveld het sterkste en oefenen de veldlijnen zoveel kracht uit dat ze materie aan de ster helpen ontsnappen. Magnetische velden kunnen op verschillende manieren gevormd worden in de buurt van planetaire nevels. Een stellaire dynamo kan een magnetisch veld opwekken tijdens de fase waarin de nevel wordt afgestoten.

Voorwaarde voor zo’n dynamo is wel dat de kern van de ster harder draait dan de buitenlaag; dit is bij onze zon het geval. Het kan ook dat magnetische velden fossiele resten zijn van eerdere fases van de evolutie van een ster. Meestal is de materie in sterren zo sterk elektrisch geleidend dat magneetvelden miljoenen of zelfs miljarden jaren kunnen blijven bestaan.

In beide gevallen kan interstellair gas de originele bolvorm van de uitgestoten materie nog verder vervormen. Het idee dat magnetische velden een belangrijk onderdeel zijn in de vorming van planetaire nevels was tot 2002 een puur theoretische claim. In dat jaar werden de eerste aanwijzingen voor de aanwezigheid van dat soort magneetvelden gevonden.

Radioastronomische waarnemingen toonden magneetvelden aan in de buitenlagen van reuzensterren. Deze lagen zijn de voorlopers van planetaire nevels. Magnetische velden zijn nog nooit waargenomen in planetaire nevels zelf. Om een directe aanwijzing te krijgen voor de aanwezigheid van magnetische velden in planetaire nevels hebben astronomen besloten zich te richten op de centrale sterren. Daar zouden de magneetvelden moeten hebben overleefd.

 

Gevonden! Het eerste directe bewijs is nu geleverd. Stefan Jordan en zijn team hebben als eerste magnetische velden ontdekt in verschillende centrale sterren van planetaire nevels.

Met de FORS1 spectrograaf van de 8-m klasse VLT (Very Large Telescope, European Southern Observatory, Chili) hebben ze de polarisatie van het licht dat door vier van deze sterren wordt uitgezonden gemeten. Aan de hand van de karakteristieke polarisatie in de spectraallijnen was de sterkte van het magneetveld in de sterren te bepalen. Onder invloed van een magneetveld verandert het gedrag van een atoom op een unieke manier. Dit effect heet het Zeeman effect en werd in 1896 ontdekt door Pieter Zeeman in Leiden. Als deze atomen licht opnemen of uitstralen wordt dat licht gepolariseerd. Dit maakt het mogelijk de intensiteit van het magneetveld te meten aan de hand van de mate van polarisatie. Deze polarisatie-effecten zijn echter meestal heel erg zwak; de metingen vereisen data van zo’n hoge kwaliteit dat alleen telescopen met een diameter van 8 meter of meer zoals de VLT die kunnen leveren.

Als de magneetveld-hypothese om de vorm van plaatnevels te verklaren klopt zouden deze sterren dus sterke magneetvelden moeten hebben. De nieuwe data toont aan dat dit inderdaad het geval is: de sterke van de magneetvelden loopt van 1000 tot 3000 Gauss; dat is ongeveer duizend keer krachtiger dan het magneetveld van de zon.
De hypothese dat magneetvelden een grote rol spelen bij de vorming van planetaire nevels wordt door de observaties van Stefan Jordan en zijn collega’s ondersteunt.

Het team wil nu gaan zoeken naar magneetvelden in de centrale sterren van bolvormige nevels. Deze sterren zouden een zwakker magnetisch veld moeten hebben. Deze data zou het astronomen mogelijk moeten maken om het verband tussen magneetvelden en de vreemde vormen van planetaire nevels te bepalen.

 

 “Hot news” : Sterrenkundigen hebben een nieuw type object in het heelal gevonden: super-planetaire nevels. Gewone planetaire nevels zijn de uitdijende gasschillen die door sterren zoals de zon aan het eind van hun leven de ruimte in worden geblazen. Super-planetaire nevels bevatten veel meer gas, en worden geproduceerd door sterren die tot acht keer zo zwaar zijn als de zon. Het bestaan van planetaire nevels rond zwaardere sterren was al wel voorspeld, maar ze waren nog nooit ontdekt. De vijftien nieuw ontdekte super-planetaire nevels bevinden zich in de Grote en de Kleine Magelhaense Wolk – twee kleine begeleiders van ons Melkwegstelsel. Met Australische radiotelescopen waren ongeïdentificeerde bronnen van radiostraling in de Magelhaense Wolken gevonden. Vervolgonderzoek met optische telescopen bracht het bestaan van de nevels aan het licht. Dat de super-planetaire nevels veel radiostraling zouden uitzenden, was niet verwacht. Waarom vergelijkbare objecten tot nu toe niet in ons eigen Melkwegstelsel zijn waargenomen, is ook niet bekend

 

De Boemerangnevel. Waardoor werd de Boemerangnevel gevormd? De symmetrische wolk, die Boemerang werd gedoopt, lijkt te zijn gecreëerd door een snelle wind van gas en stof . Wat precies de wind insnoert en de nevel zijn tweepolig uiterlijk geeft is echter nog een raadsel — het zou een centrale schijf van dicht gas of een centraal magnetisch veld kunnen zijn. Men denkt dat de ijskoude Boemerangnevel een ster of stersysteem is dat evolueert naar de planetaire nevel fase.  De Boemerangnevel meet ongeveer één lichtjaar in diameter en bevindt zich zo’n 5000 lichtjaar van ons af in de richting van het sterrenbeeld Centaurus.

 

We sloten het thema af met enkele afbeeldingen van bekende en minder bekende planetaire nevels. 

                                                             Lambert Beliën                                                                                                                                     Lbe